
Met de aanpassing van het Boetebesluit socialezekerheidswetten worden wijzigingen doorgevoerd die bijdragen een meer evenredig boeteregime.
Het besluit past de boetesystematiek aan, de boetepercentages en er wordt een matigingstermijn (op basis van fictieve draagkracht) opgenomen in het besluit. Voor de werkgeversboetes in de Ziektewet wordt de waarschuwingsbevoegdheid nader ingekleed en vindt een gedeeltelijke indexatie van de boetebedragen plaats.
Bestuurlijke boetes en werkgeversboetes
Het Boetebesluit socialezekerheidswetten schrijft de berekening van de bestuurlijke boete voor bij een overtreding van de inlichtingenplicht. Daarnaast zijn in het Boetebesluit de werkgeversboetes in het kader van de Ziektewet opgenomen
Het Boetebesluit stelt regels met betrekking tot op te leggen bestuurlijke boetes op grond van de
volgende wetten:
- Werkloosheidswet (WW);
- Ziektewet (ZW);
- Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO);
- Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA);
- Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ),
- Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong);
- Wet arbeid en zorg (Wazo);
- Toeslagenwet (TW);
- Algemene Ouderdomswet (AOW);
- Algemene nabestaandenwet (Anw);
- de Algemene Kinderbijslagwet (AKW);
- de Wet inkomensvoorziening oudere werknemers (IOW);
- de Remigratiewet (RW);
- de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI);
- de Participatiewet (Pw);
- de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
(IOAW); - en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen (IOAZ).
Lagere en hogere boete
In navolging op het onderscheid dat in het wetvoorstel Handhaving sociale zekerheid wordt gemaakt tussen normale en ernstige boetewaardige overtredingen, wordt ook de boetesystematiek in het Boetebesluit aangepast.
Er komen twee boetecategorieën, met een lagere boete voor normale overtredingen en een hogere boete voor ernstige overtredingen.
Ook worden de boetepercentages verlaagd, zodat de boetes meer realistisch en evenredig worden. Daarnaast wordt de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep over het matigen van boetes, zodat die binnen een redelijke termijn kunnen worden betaald, vastgelegd in het besluit.
Daarnaast wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd op het gebied van boetes voor werkgevers, waaronder de inkleding van de met het wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid geïntroduceerde waarschuwingsbevoegdheid.
Werkgeversboetes
Het Boetebesluit ziet vooral op de boetes voor uitkeringsgerechtigden. Daarnaast bevat het
Boetebesluit een aantal bepalingen over de hoogte van boetes voor werkgevers voor het niet of niet
behoorlijk melden van ziekte of herstel van een werknemer.
Werkgevers zijn verplicht om ziekte en/of herstel van hun werknemers binnen een in de Ziektewet gestelde termijn aan UWV te melden. De termijn waarbinnen de werkgever een melding moet doen is afhankelijk van de situatie. Zo moet de werkgever bijvoorbeeld zijn zieke (voormalig) werknemer, die tijdens het dienstverband recht heeft op ziekengeld van UWV, uiterlijk op de vierde dag van ongeschiktheid tot werken ziekmelden. De (voormalig) werknemer kan dan in aanmerking komen voor een Ziektewetuitkering.
Boete bij te late ziek- of herstelmelding
In de voorgaande systematiek in het Boetebesluit was UWV verplicht om een boete op te leggen
bij een te late ziek- of herstelmelding van een werknemer door de werkgever, tenzij de te late
melding niet verwijtbaar was of er sprake was van een dringende reden. UWV kon geen andere
sanctie dan een boete opleggen.
Eerst waarschuwing van UWV
Om het mogelijk te maken om een waarschuwing op te leggen aan werkgevers, is met de Wet
handhaving sociale zekerheid een waarschuwingsbevoegdheid in de Ziektewet gecreëerd. In het
Boetebesluit is nu vastgelegd dat UWV eerst een waarschuwing oplegt als de ziek- of herstelmelding minder dan zeven dagen te laat is gedaan.
Boete verhoogd
De werkgeversboetes in de Ziektewet zijn lange tijd niet verhoogd. Het hoogste boetebedrag
binnen de werkgeversboetes in de Ziektewet is daarom verhoogd. Het gaat om de boete wanneer
een ziek- of herstelmelding na 28 dagen of meer, niet of op onjuiste wijze plaatsvindt. Hieronder
valt dus ook de situatie waarin er helemaal geen melding van ziekte- of herstel wordt gemaakt
door de werkgever.
De boete is nu verhoogd tot het maximale bedrag in de eerste categorie uit
artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht. Deze verhoging maakt de boete meer passend bij de
ernst van de gedraging.
Te late of geen ziekmelding
Een te late ziekmelding van 28 dagen of meer, een onjuiste of geen melding kan invloed hebben op de uitkeringslasten van de werkgever. De werkgever draagt mogelijk te weinig lasten af, als de ziekmelding niet tijdig of juist is gedaan.
Verder kan een te late ziekmelding negatieve gevolgen hebben voor de werknemer. Door een te late ziekmelding kan UWV de werknemer niet tijdig attenderen op een mogelijk recht op een WIA-uitkering.
Als er met terugwerkende kracht een medische beoordeling plaats moet vinden door UWV, wordt dit bemoeilijkt door een te late ziekmelding door de werkgever, omdat het dan lastiger is de feiten en omstandigheden van het moment in het verleden te achterhalen. Ook hierdoor wordt de zieke werknemer beïnvloed door een te late ziekmelding door de werkgever.
Andere boetes niet omhoog
De andere boetebedragen worden niet verhoogd. Voor overtredingen waarvoor de laagste boete
wordt opgelegd (melding minder dan 7 dagen te laat, € 70 boete) zal een waarschuwing worden opgelegd. Voor overtredingen waarvoor de middelhoge boete wordt (meer dan 7 dagen, maar minder dan 28 dagen te laat, € 230 boete) wordt de boetehoogte passend geacht bij de ernst van de overtreding.
De startdatum van de internetconsultatie was 25 april 2025, de einddatum van de consultatie is 23 mei 2025.
Dit besluit treedt gelijktijdig in werking met de Wet handhaving sociale zekerheid. De beoogde
datum voor inwerkingtreding is [1 juli 2026 of 1 januari 2027].