
In het kennisdocument staan vragen en antwoorden met betrekking tot de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl).
Voor alle duidelijkheid nog even de wijzigingen per januari 2023:
- De bedragen en jaartallen met betrekking tot het LIV zijn geactualiseerd.
- Drie vragen zijn toegevoegd over recente wijzigingen in het LIV (2.18 tot en met 2.20).
LIV per werknemer per verloond uur
Heeft een werkgever voor een werknemer recht op het LIV? Dan krijgt hij een bedrag per verloond uur met een maximum van € 1.520 per jaar (2022) of € 960 (2023) per jaar per werknemer. Het
LIV wordt toegekend per medewerker, per verloond uur. De hoogte is evenredig aan het aantal verloonde uren waarbij rekening wordt gehouden met het urencriterium (minimaal 1248 verloonde
uren in een kalenderjaar).
Hoeveel de tegemoetkoming precies is, hangt af van het aantal verloonde uren van de werknemer en van zijn gemiddelde uurloon (jaarloon gedeeld door het aantal verloonde uren).
Gemiddeld uurloon over 2022 | LIV per werknemer per verloond uur | Maximale LIV per werknemer per kalenderjaar |
€ 10,73 tot en met € 13,43 | € 0,78* | € 1.520* |
*Het bedrag voor 2022 is met terugwerkende kracht verhoogd. Dit is een eenmalige tegemoetkoming vanwege de bijzondere verhoging van het minimumloon per 1 januari 2023. Een nadere uitleg over deze tijdelijke verhoging is opgenomen in vraag 2.18.
Gemiddeld uurloon over 2023 | LIV per werknemer per verloond uur | Maximale LIV per werknemer per kalenderjaar |
€ 12,04 tot en met € 15,06 | € 0,49 | € 960 |
Wettelijke uurloongrenzen
De wettelijke uurloongrenzen van de Wtl worden jaarlijks aan het begin van het kalenderjaar geïndexeerd op basis van de verhoging van het reguliere wettelijk minimumloon (WML) per 1
januari van het betreffende jaar vermeerderd met de vakantietoeslag van 8%. De onafgeronde uurloongrenzen van het vorige jaar worden geïndexeerd met de procentuele toename van het WML
per 1 januari t.o.v. van het WML van het vorige jaar per 1 januari. De index voor 2023 is 1,12139.
Deze rekenregel resulteert in de volgende uurloongrenzen:
Koppeling aan het WML | Uurloongrens 2022 | Uurloongrens 2023 |
100% WML | € 10,73 | € 12,04 |
125% WML | € 13,43 | € 15,06 |
In de rekenregel wordt uitgegaan van een werkweek van 40 uur om te voorkomen dat werknemers met een andere arbeidsduur onder de ondergrens uitkomen en daarmee zouden worden uitgesloten van het recht op LIV. Voor het aantal werkdagen per jaar wordt uitgegaan van 260 dagen, het uitgangspunt voor de loonheffingen.
Urentoeslag
Een toeslag voor bijvoorbeeld nachturen of een bonus kan ervoor zorgen dat het gemiddeld uurloon van de werknemer zodanig stijgt dat hij boven de bovengrens van € 13,43 (2022) of € 15,06 (2023) komt. In dat geval is het LIV niet van toepassing op deze werknemer.
Eenmalige verhoging
2.18 Waarom wordt het LIV over 2022 eenmalig verhoogd?
De bedragen van het LIV over 2022 worden met terugwerkende kracht verhoogd. Dit betekent dat werkgevers die recht hebben op LIV voor werknemers die zij in 2022 in dienst hadden, een
hoger bedrag aan LIV ontvangen. Concreet zijn de bedragen voor 2022 € 0,78 per verloond uur (was € 0,49) met een maximum van € 1.520 per werknemer (was € 960). Deze verhoging is eenmalig. Voor 2023 en 2024 gelden weer de reguliere LIV-bedragen.
De reden hiervoor is dat het kabinet werkgevers tegemoet wil komen voor de hogere kosten als gevolg van de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2023. Door het LIV te verhogen krijgen die werkgevers die het meeste voelen van deze minimumloonverhoging een extra tegemoetkoming.
Wijzingen 2024
2.19 Wat verandert er in 2024 voor het LIV?
Per 1 januari 2024 wordt de bovengrens van het uurlooncriterium van het LIV verlaagd. Tot en met 2023 is een van de voorwaarden van het LIV dat het gemiddeld uurloon over een kalenderjaar moet liggen tussen de 100% en 125% van het wettelijk minimumloon (WML). Deze bovengrens wordt per 1 januari 2024 verlaagd naar 116% WML.
Als de invoering van het minimumuurloon ook per 1 januari 2024 in werking treedt, wordt de bovengrens verder verlaagd naar 104% van het WML. De absolute bedragen van de uurloongrenzen per 1 januari 2024 zijn nog niet bekend, omdat deze afhankelijk zijn van het WML per die datum. Daarom worden de absolute bedragen van de uurloongrenzen via een ministeriële regeling gewijzigd in het najaar van 2023.
Bijzondere verhoging WML
De verlaging van de bovengrens van het uurlooncriterium van het LIV heeft te maken met de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) per 1 januari 2023. Als gevolg van
deze bijzondere verhoging voldoen er in 2023 meer werknemers aan de voorwaarden van het LIV en wordt er dus meer LIV uitbetaald. Dit is een onbedoeld effect van deze verhoging.
Daarom is in de Miljoenennota 2023 afgesproken om per 1 januari 2024 dit effect weer ongedaan te maken. Daarom wordt de bovengrens van het uurloon zodanig verlaagd dat weer ongeveer evenveel werknemers aan de voorwaarden van het LIV voldoen als vóór de bijzondere WML-verhoging.
Bedragen en voorwaarden
2.20 Wat zijn de bedragen en de voorwaarden van het LIV de komende jaren?
In onderstaande tabel zijn de bedragen en de belangrijkste voorwaarden van het LIV weergegeven. In het coalitieakkoord van 2022 is opgenomen dat het LIV wordt afgeschaft per 1 januari 2025. Daar wordt in deze tabel ook vanuit gegaan. Wetgeving daarvoor is in voorbereiding.
Jaar* | Tegemoetkoming per uur | Maximale tegemoetkoming per werknemer | Uurloongrenzen (als % WML) | Uurloongrenzen (bedragen) |
2022 | € 0,78 | € 1.520 | 100-125% | € 10,73 – € 13,43 |
2023 | € 0,49 | € 960 | 100-125% | € 12,04 – € 15,06 |
2024 | € 0,49 | € 960 | 100-116%** | n.n.b. |
2025 | – | – | – | – |
*Het LIV wordt uitbetaald in het jaar volgend op het jaar waarop het LIV betrekking heeft. Dus het LIV over 2022 wordt uitbetaald in 2023.
**Wanneer het wetsvoorstel invoering minimumuurloon in werking treedt op 1 januari 2024, zoals nu voorzien, worden de uurloongrenzen van het LIV 100-104% WML.
Kennisdocument Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) 1 januari 2023 – (versie10 februari 2023)