De beleidsoptie voor het toevoegen van een derde premiecategorie voor langjarige tijdelijke contracten wordt niet verder uitgewerkt.
Dat geeft staatssecretaris Koolmees van Sociale Zaken aan in een Kamerbrief over uitvoering moties Wet arbeidsmarkt in balans.
In relatie tot sectoren met veel seizoensarbeid heeft de minister vorig jaar toegezegd in gesprek te blijven met sociale partners over specifieke knelpunten binnen seizoensarbeid en met hen te bezien of voor seizoensarbeid maatwerkoplossingen kunnen worden gevonden in het kader van WW-premiedifferentiatie.
Begin 2021
Wegens de coronacrisis hebben deze gesprekken even stilgelegen maar deze zijn na de zomer weer voortvarend opgepakt. De gesprekken, met in eerste instantie werkgevers, over afbakening en handhaving van de beoogde toepassing van de lage WW-premie bij seizoensarbeid, kennen een constructief verloop. Het doel is begin 2021 met een eventuele optie te kunnen komen, waarbij ook de mogelijke voor- en nadelen worden geschetst.
Langjarige tijdelijke contracten
Ook heeft het kabinet naar aanleiding van de motie-Wiersma gekeken naar de mogelijkheden voor een aparte premiecategorie voor langjarige tijdelijke contracten. Het betreft een complexe wijziging.
Het toevoegen van een derde categorie voegt allerlei variabelen toe aan de premiesystematiek die
complexiteitsverhogend werken. Het zet ook extra druk op de handhaafbaarheid.
Definitief uitsluitsel over uitvoerbaarheid is slechts te geven na een uitvoeringstoets. Een eenvoudiger variant zou zijn om langjarige tijdelijke contracten onder de lage WW-premie te brengen. Dan houd je twee WW-premies in plaats van drie. Ook deze variant is complexiteitsverhogend, maar wel in
mindere mate dan een aparte premiecategorie voor langjarige tijdelijke contracten.
Beleidsmatig is een en ander verder uitgezocht. De belangrijkste conclusie is dat het toepassen van de lage WW-premie op contracten van langer dan één jaar er voor zorgt dat andere tijdelijke arbeid duurder wordt. Deze variant veroorzaakt dus forse herverdelingseffecten.
Na gesprekken met werkgevers, en overwegend dat complexiteitverhoging niet te veel mag worden (als extra complexiteit überhaupt al uitvoerbaar is), heeft het kabinet besloten om prioriteit te geven aan de verdere uitwerking van de uitzondering op de hoge WW-premie voor seizoensarbeid. Deze beleidsoptie zal de minister daarom niet verder uitwerken.
Uitvoering moties Wet arbeidsmarkt in balans