De werkgever (de Rabobank) mag niet zomaar – eenzijdig – de leaseautoregeling van (een deel van) zijn werknemers intrekken, aldus het hof. Er is geen zwaarwichtig belang. Anders dan de kantonrechter oordeelt het hof dat niet alle 24 werknemers met succes kunnen stellen dat sprake is van een arbeidsvoorwaarde.
Langer dan 10 jaar
Het ter beschikking hebben van een auto van de zaak is een arbeidsvoorwaarde (geworden) voor die werknemers met wie dat uitdrukkelijk is overeengekomen alsmede voor diegenen die langer dan 10 jaar een leaseauto ter beschikking hebben gehad, omdat de steeds voor 5 jaar aangegane leaseovereenkomst dan minstens tweemaal is verlengd, zodat de werknemers er gerechtvaardigd op mochten vertrouwen dat zij in principe de resterende tijd van hun arbeidsovereenkomst recht zouden hebben op een leaseauto.
Belang werknemers
Voor die werknemers met wie een wijzigingsbeding is overeengekomen leidt de belangenafweging van artikel 7:613 BW er in deze casus niet toe dat het belang van de werknemers bij voortzetting van het gebruik van de leaseauto naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken voor het belang van de werkgever.
Het belang van de werknemers bij voortzetting van het gebruik van de auto van de zaak is gelegen in het feit dat zij de auto niet alleen zakelijk gebruiken maar daar ook gebruik van kunnen maken voor hun woon-werkverkeer en er ongelimiteerd privé gebruik van mogen maken. Dit levert voor hen een niet onaanzienlijk voordeel op.
Geen onderbouwing
De Rabobank heeft niet onderbouwd waarom het besparen op de kosten tot het bedrag van €740 miljoen noodzakelijk was en dat het in het kader van de kostenbesparende maatregelen noodzakelijk was om (ook) op de kosten van leaseauto’s te besparen nu de bank met deze maatregel maar een relatief laag bedrag (€ 17 miljoen) bespaart. De Rabobank heeft bovendien niet uitgelegd waarom zij wel wil bezuinigen op de leasecontracten van de werknemers maar hogere functionarissen hun leaseauto laat houden.
De conclusie is dat de Rabobank de arbeidsvoorwaarde van de werknemers met wie een wijzigingsbeding is overeengekomen niet mag wijzigen.
Uitspraak Hof Amsterdam, 28 juli 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:2110