De Regeling tot wijziging van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) is op 4 mei in de Staatscourant gepubliceerd en op 5 mei in werking getreden.
I Concern – werkmaatschappij
De hoofdregel ten aanzien van omzetbepaling wijzigt niet. De wijziging maakt het mogelijk dat individuele werkmaatschappijen van een concern subsidie voor hun loonkosten aanvragen op basis van de omzetdaling van de werkmaatschappij (in plaats van het concernniveau) als bij het concern sprake is van minder dan 20 procent omzetdaling. De accountant onderzoekt dit.
Uit de accountantsverklaring moet blijken dat sprake is van minder dan 20 procent omzetdaling op concernniveau en dat er sprake van tenminste 20 procent omzetdaling op het niveau van de werkmaatschappij.
Let op: de NOW-subsidie wordt op nihil vastgesteld als bij de vaststelling van de subsidie is verzocht om toepassing van artikel 6a (afwijking van bepalen omzetdaling op niveau concern of groep), terwijl de omzetdaling van het gehele concern 20 procent of meer is. Dus als je boven de 20 procent komt op concernbasis betekent dit dat je de gehele subsidie moet terugbetalen.
Uit de artikelen 3 en 4 van de regeling blijkt dat sprake moet zijn van minstens 20 procent omzetverlies om aanspraak te kunnen maken op de NOW. Vervolgens bepaalt de hoogte van de omzetdaling bij de werkmaatschappij de hoogte van de NOW-subsidie. Hierbij geldt dezelfde afrondingssystematiek als voorheen.
Hoofdregel
Voor concerns die een omzetdaling van minstens 20 procent hebben, geldt dat zij gewoon gebruik kunnen maken van de hoofdregel waarbij de omzetbepaling op concernniveau wordt bepaald. Voor hen geldt deze afwijkingsmogelijkheid niet.
Het moet gaan om dezelfde referentieperioden: maart-april-mei, april-mei-juni of mei-juni-juli.
Als verschillende werkmaatschappijen van het concern apart aanvragen zullen zij ook dezelfde periode moeten opgeven.
Niet voor vestiging of business unit
De werkmaatschappij die in aanmerking wil komen voor de afwijkingsmogelijkheid moet een eigen rechtspersoonlijkheid hebben. Onderdelen van rechtspersonen, zoals een autonoom aan het economisch verkeer deelnemende onderdeel, vestiging of een business unit komen niet in aanmerking.
De reden hiervoor is dat dit onjuist gebruik kan bevorderen en toetsing daarvan zou bemoeilijken. Daarnaast zou dit de regeling openzetten voor alle bedrijven die meerdere activiteiten in één bedrijf herbergen, dus ook voor bedrijven die uit één rechtspersoon bestaan (en niet alleen concerns). Ook de 1-op-1 koppeling met de loonaangifte zou op die manier verloren gaan. Daarnaast zijn de waarborgen tegen misbruik te beperkt indien omzetbepaling op business unit zou worden toegestaan, omdat een business unit slechts een interne structuur is.
Toch blijven aan de omzetbepaling op werkmaatschappij-niveau risico’s verbonden. Daarom zijn in de regeling extra voorwaarden aan deze mogelijkheid van omzetbepaling verbonden.
Voorwaarden
De voorwaarden aan het concern/de werkmaatschappij om in aanmerking te komen:
- Het is geen personeels-bv.
- Er is een overeenkomst met betrokken vakbonden over werkbehoud.
- Geen dividend of bonussen uitkeren en geen eigen aandelen kopen.
- Deze mogelijkheid geldt alleen voor nieuwe aanvragen.
1 Personeels-bv
Aangezien het werkgeverschap (het loonheffingennummer) en de omzet bij de werkmaatschappij gekoppeld moet zijn, kan alleen een werkmaatschappij aanvragen die zelf ook personeel in dienst heeft én omzet genereert.
Als er in een concern dus alleen een personeels-bv is voor het management, maar in de werkmaatschappijen wordt wel het werkgeverschap voor het personeel dat daar werkt uitgeoefend (en dus ook verloond in de werkmaatschappij) is het dus mogelijk om van deze regeling gebruik te maken.
2 Overeenkomst met vakbonden
Voorwaarde voor de regeling wordt dat een werkmaatschappij (de werkgever) met 20 of meer werknemers met de belanghebbende verenigingen van werknemers, en bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers, een akkoord heeft over werkbehoud bij de werkmaatschappij.
De accountant onderzoekt vervolgens of de verenigingen van werknemers of de vertegenwoordiging van werknemers akkoord is gegaan met de aanvraag voor NOW voor werkbehoud en neemt de uitkomst van dit onderzoek op in de accountantsverklaring. Dit betreft een subsidievoorwaarde.
3 Geen dividenden of bonussen
Concerns, waarvan de werkmaatschappij een beroep doet op de regeling, moeten voorafgaand aan de aanvraag verklaren over 2020 geen dividend of bonussen uit te keren of eigen aandelen terug te kopen tot aan en inclusief de datum van de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021. Deze verklaring moet in de administratie worden bewaard.
De accountant zal dit meenemen in zijn onderzoek en neemt de uitkomst van dit onderzoek op in de accountantsverklaring. Daarnaast moet een concern zich ook feitelijk aan deze verplichting hebben gehouden.
Als het concern niet aan deze voorwaarde heeft voldaan wordt de subsidie op nihil vastgesteld.
Uitzondering
Op deze verplichting wordt één uitzondering gemaakt: als een ondernemer verplicht is dividend uit te keren op grond van een vaststellingsverklaring met de Belastingdienst of een wettelijke plicht vanuit belastingwetgeving dan blijft dit toegestaan. Achtergrond is dat deze ondernemers daartoe verplicht zijn door de Belastingdienst omdat ze in eerdere jaren excessief van hun eigen bv hebben geleend.
4 Nieuwe aanvragen
Aanvragen ingediend voor de inwerkingtreding van deze wijziging komen hiervoor niet in aanmerking.
Let op: het gaat dus om nieuwe aanvragen na 5 mei.
Controle door accountant
Om strategisch gedrag te beperken zijn een aantal voorwaarden en waarborgen voorgesteld. Hierover is overleg gevoerd met de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). In de nog op te stellen standaarden van accountants wordt nog uitgewerkt hoe de controle van de accountant hierop plaatsvindt. Accountants zullen over deze en de eerdere voorwaarden onderzoek doen naar de toepassing van deze voorwaarden door de werkmaatschappij en dit dus ook meenemen in de controle.
- Geen werkzaamheden overdragen aan de andere werkmaatschappijen.
- Bij uitlening van werknemers wordt de omzetdaling gecorrigeerd.
- Het transferpricing systeem mag niet worden aangepast.
- Mutatie voorraden gereed product worden aan de omzet van de werkmaatschappij toegerekend.
II Openbaarmaking
De werkgever die een tegemoetkoming aanvraagt, wordt geacht akkoord te zijn met het eventueel openbaar maken van informatie uit het subsidiedossier. Bepaalde informatie waarover het UWV beschikt kan in het kader van de subsidieaanvraag echter concurrentiegevoelig zijn. Daarom is ervoor gekozen om de ‘automatische instemming’ alleen te laten zien op een aantal gegevens die voor transparantie over de besteding van publieke middelen het meest van belang zijn, maar geen bedrijfsgevoelige informatie prijsgeven.
De in deze regeling opgenomen bepaling ziet daarom alleen op de bedrijfsgegevens en het door de aanvrager ontvangen voorschot en het vastgestelde subsidiebedrag.
III Informatieplicht bij loonkostensubsidie
In de regeling was een verplichting opgenomen voor werkgevers die loonkostensubsidie ontvangen op grond van artikel 10d van de Participatiewet om de toekenning van subsidie op grond van de NOW te melden aan de gemeente van wie zij de loonkostensubsidie ontvangen. Deze verplichting is vervallen.
IV Buitenlands rekeningnummer
In de regeling was als voorwaarde opgenomen dat een werkgever met een buitenlands bankrekeningnummer binnen vier weken de aanvraag moest aanvullen met een Nederlands bankrekeningnummer. In de praktijk is gebleken dat het in veel gevallen onmogelijk is om aan deze termijn te voldoen. Daarom is besloten om de bepaling uit de regeling aan te passen.
De aanpassing leidt ertoe dat werkgevers met een niet-Nederlands SEPA-bankrekeningnummer niet langer een Nederlands bankrekeningnummer hoeven aan te leveren
Regeling van 1 mei 2020 tot wijziging van de NOW in Staatscourant nr. 25372