De Algemene Onderwijsbond (AOb) stelt: “Het ministerie pakte de laagste, middelste en hoogste tree van de drie salarisschalen. Dat deelden ze door negen. Zo ontstond een gemiddelde.”
Deze veronderstelling is echter onjuist, aldus de minister. De gemiddelde beloning van € 4.400 per maand is gewogen naar fte’s en bevat alle leraren in loondienst in het primair onderwijs (basisonderwijs en speciaal onderwijs) in Nederland. Dit betekent dat de beloning voor iedere combinatie van schaal en trede in L10, L11 en L12 maal het aantal fte in die trede gedeeld door het totaal aantal fte leraren.
Eindejaarsuitkering
Het ministerie van Onderwijs hanteert al jaren de (bruto) beloning: bruto salaris inclusief toeslagen, zoals vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering en overige toelagen, als indicatie van het inkomen. Hier is voor gekozen omdat het salaris een lager beeld geeft dan het inkomen dat iemand structureel krijgt. De belangrijkste reden hiervoor in het onderwijs (en voor de meeste ambtenaren) is de eindejaarsuitkering. In het onderwijs is de eindejaarsuitkering net zo vast als de vakantie-uitkering. Het enige verschil met het maandsalaris is het moment van uitkering: één keer per jaar in plaats van elke maand.
Beloning
In de beloning worden ook andere eventuele structurele toelagen meegenomen. Dit geeft een correcter beeld van wat iemand verdient en voorkomt daarnaast dat een technische wijziging in de cao zoals het opnemen van een bindingstoelage in de salaristabel een ogenschijnlijke salarisstijging laat zien terwijl de beloning gelijk blijft.
Het meenemen van het vakantiegeld gebeurt niet alleen bij het ministerie. In bijvoorbeeld het modaal inkomen dat het CPB publiceert, is het vakantiegeld ook meegenomen.
Het gemiddelde bruto maandsalaris van leraren in het primair onderwijs (po) is 3.890 euro per maand. De gemiddelde beloning (bruto inkomen) is 4.470 euro per maand. Inclusief de eenmalige uitkering in 2020 is dat gemiddeld 4.650 euro per maand.
Loonkloof dichten
Sociale partners geven aan 560 miljoen euro nodig te hebben voor het dichten van ‘de loonkloof’. Op basis van de meest recente cao’s primair onderwijs en voorgezet onderwijs, en de aanname dat het vo in 2020 een vergelijkbare algemene salarismaatregel treft als het po (+ 2,35%) kost het gelijktrekken van het salaris in het po met het salaris in het vo volgens onze berekeningen 640 miljoen euro. Het gelijktrekken van de beloning in het po naar het vo voor dezelfde functies kost volgens onze berekeningen 765 miljoen euro.
Bedragen salaris en beloning leraren per maand per 1 januari 2020
PO per maand | Salaris (bruto) | Beloning (bruto) | Beloning (inclusief incidentele uitkeringen 2020) bruto |
L10-start | €2678 | €3100* | €3250 |
L10-10jr | €3525 | €4050 | €4240 |
L10-max | €4113 | €4750 | €4940 |
L11-start | €2758 | €3190 | €3340 |
L11-10jr | €3720 | €4300 | €4470 |
L11-max | €4434 | €5120 | €5320 |
L12-start | €2812 | €3250 | €3400 |
L12-10jr | €4107 | €4740 | €4930 |
L12-max | €5070 | €5850 | €6070 |
* Beloningsbedragen afgerond op tientallen
Antwoord Kamervragen over salarissen in basisonderwijs