
De SVB heeft van 20 maart tot 1 juli 2022 coronabeleid uitgevoerd. Dit beleid hield in dat thuiswerken in een andere EU-lidstaat geen gevolgen had voor waar iemand sociaal verzekerd was. Op 1 juli 2022 is dit coronabeleid beëindigd en is er in EU-verband (Administratieve Commissie) afgesproken dat thuiswerken in een andere lidstaat tijdens de transitieperiode tot 1 januari 2023 geen gevolgen heeft voor waar iemand sociaal verzekerd is. Deze transitieperiode is op voorstel van Nederland verlengd tot 1 juli 2023.
De SVB heeft de gevolgen en risico’s in kaart gebracht van de transitieperiode. Daarnaast heeft de SVB in beeld gebracht welke uitvoeringsconsequenties en risico’s zijn verbonden aan mogelijke scenario’s na afloop van de transitieperiode.
Gevolgen verlenging transitieperiode
De SVB wijst er in een uitvoeringstoets op dat de transitieperiode geen rechtsgrond heeft omdat zonder wettelijke bepaling wordt afgeweken van de aanwijsregels uit de Europese sociale zekerheidsverordening 883/2004.
Toepasselijke wetgeving
Het gevolg kan zijn dat in mogelijke toekomstige juridische procedures alsnog de toepasselijke wetgeving op grond van de aanwijsregels uit Verordening 883/2004 moet worden vastgesteld. Hierdoor kunnen mensen met terugwerkende kracht in Nederland verzekerd raken.
Als het om tijdvakken uit een verder verleden gaat, heeft betrokkene ook over die tijdvakken recht op de daarbij behorende sociale zekerheidsvoorzieningen (met name AOW en kinderbijslag) zonder dat daarover premie is betaald. Dit kan op lange termijn gevolgen met zich meebrengen voor de uitkeringslasten en uitvoeringskosten.
Financiële gevolgen beperkt
Tegelijkertijd blijven deze financiële gevolgen volgens de huidige inschatting beperkt, omdat het om een beperkte periode gaat (maart 2020 tot einde transitieperiode, vooralsnog voorzien tot 1 juli 2023). De vraag of dit risico zich gaat realiseren kan op dit moment niet worden beantwoord.
Anders verzekerd in woonland
Er wordt aangenomen dat de meeste mensen juist willen dat (tijdelijk) wordt afgeweken van de regels uit Verordening 883/2004, omdat zij anders in hun woonland voor een beperkte periode verzekerd zouden raken in plaats van in de lidstaat van de werkgever.
Uitvoerbaarheid toekomstscenario’s
In de huidige tijdsgeest lijkt telewerken voor veel mensen steeds meer een onderdeel te vormen van de alledaagse werkpraktijk. De SVB begrijpt dat meer flexibiliteit gewenst is in de verzekeringsvaststelling van personen die over de grens telewerken. De vraag is hoe het faciliteren van grensoverschrijdend telewerken bereikt kan worden op een zo goed en eenvoudige mogelijke wijze. De SVB heeft daarom op eigen initiatief een uitvoeringstoets uitgebracht over de mogelijke toekomstscenario’s na afloop van de transitieperiode.
Drie randvoorwaarden
De SVB geeft in deze uitvoeringstoets inzicht in de randvoorwaarden die voor de SVB belangrijk zijn om zowel rechtszekerheid vanuit burgerperspectief als ook uitvoerbaarheid te garanderen. De belangrijkste drie randvoorwaarden voor de SVB zijn:
- een uniforme toepassing en uitvoering van de aanwijsregels uit Verordening 883/2004;
- een duidelijke rechtsgrond;
- een voorbereidingstijd van een jaar in verband met werving en opleiding van nieuwe medewerkers en het aanpassen van de SVB-systemen. Invoering van wijzigingen binnen een korter tijdsbestek is onuitvoerbaar.
Afwijken van aanwijsregels Verordening 883/2004
Voor de structurele en langere termijn is een wijziging van Verordening 883/2004 wenselijk.
Voor de kortere termijn heeft de SVB een sterke voorkeur voor een variant waarin Nederland overeenkomsten sluit met zoveel mogelijk andere lidstaten waarbij door toepassing van een nieuwe aanwijsregel kan worden afgeweken van de bestaande aanwijsregels uit Verordening 882/2004 (categorale artikel 16 overeenkomst).
Inzet in Europa en vervolg
Voor de korte termijn is in Europa ingezet voor de totstandkoming van de transitieperiode om te voorkomen dat burgers en uitvoering met een abrupte verandering in de sociale zekerheid worden geconfronteerd.
De verlenging van de transitieperiode moet lidstaten de tijd geven om een oplossing uit te werken, zonder dat burgers en uitvoering met tussentijdse wijzigingen worden geconfronteerd. Tegelijkertijd pleit Nederland in Europa voor codificatie of publicatie van het coronabeleid en de transitieperiode. De discussie hierover loopt nog.
Artikel 16 overeenkomst met nieuwe aanwijsregel
Voor een oplossing na afloop van de transitieperiode zetten SZW en de SVB zich in EU-verband gezamenlijk in voor een verwezenlijking van het voorkeursscenario van de SVB (een categorale artikel 16 overeenkomst met een nieuwe aanwijsregel).
Op dit moment staan nog niet alle lidstaten dezelfde oplossing voor. Met een open blik wordt gekeken naar alternatieve oplossingsrichtingen waarvoor voldoende draagvlak onder de lidstaten bestaat.
Tot slot is de kans dat lidstaten een voorbereidingsperiode van een jaar overeenkomen gering.
Stand van de uitvoering sociale zekerheid – december 2022
Geen gevolgen voor sociale zekerheid tot 1 juli 2023 bij thuiswerken in EU
Kom naar de cursus Internationaal / grensoverschrijdend werken op 13 maart 2023 (middag) met docent Hans Tabak.