
Het kabinet investeert 1,5 miljard euro in leraren, schoolleiders en ander personeel en daarmee in goed onderwijs.
Minister Wiersma van Primair en Voortgezet Onderwijs en de vertegenwoordigers van de Algemene Onderwijsbond (AOb), CNV Onderwijs, de Algemene Vereniging voor Schoolleiders (AVS), FNV O&O, de Federatie voor onderwijsvakorganisaties (FvOv) en de PO-Raad en de VO-raad hebben op 22 april hun handtekening gezet onder het Onderwijsakkoord. Dit akkoord betekent een verbetering van het salaris in het primair onderwijs en verlichting van de werkdruk in het voortgezet onderwijs.
Gemiddeld 10 procent op vooruit
Leraren en ander personeel in het primair onderwijs gaan vanaf nu hetzelfde verdienen in een gelijkwaardige functie als hun collega’s in het voortgezet onderwijs. Het gaat om een investering van 919 miljoen euro. Dit zorgt voor een hoger salaris voor basisschoolleraren. Zij gaan er de komende jaren met gemiddeld 10 procent op vooruit, dat is een stijging van 5.300 euro per jaar op basis van een voltijdsalaris. Uiteraard zijn er grote individuele verschillen, maar alle leraren gaan er door het toepassen van de nieuwe salarisschalen dit jaar minimaal 4 procent op vooruit. Dat maakt het aantrekkelijker om in het onderwijs te gaan én blijven werken.
Salaris schoolleiders
Ook schoolleiders verdienen meer waardering, zij hebben een cruciale rol om met het lerarenteam te zorgen voor goed onderwijs. Het salaris voor schoolleiders in het primair onderwijs stijgt dit jaar met minimaal 5 procent en de komende jaren gemiddeld 11 procent.
Arbeidsmarkttoelage
Op scholen met veel kwetsbare leerlingen, krijgt het onderwijspersoneel daarom een arbeidsmarkttoelage bovenop het salaris. Hiervoor waren middelen beschikbaar voor twee jaar, maar het kabinet biedt nu ook na 2023 structureel geld om het aantrekkelijk te maken om op deze scholen aan de slag te gaan. Hierover maken de vakbonden en raden nog een cao-afspraak.