Bijna 80 procent van de huidige thuiswerkers geeft aan ook na de pandemie veel vanuit huis te willen werken, maar dat daar zijn nog lang niet altijd afspraken over zijn gemaakt.
Dit blijkt uit het NEA-COVID-19 onderzoek van TNO onder ruim 8.000 werknemers, dat van 15 november tot en met 17 december 2021 plaatsvond.
Werkplekaanpassing
Werknemers op locatie leefden de coronamaatregelen minder na dan in maart 2021, en 1 op de 3 bleef met milde klachten niet altijd thuis. De meeste werknemers, op locatie als thuis, gaven aan dat de coronapandemie het werk blijvend heeft gewijzigd. Een deel van hen gaf aan dat een werkplekaanpassing nodig is door deze veranderingen.
Werken op locatie
In november 2021 werkte 57 procent van alle werknemers volledig op locatie, 18 procent combineerde thuiswerken met werken op locatie en 25 procent werkte volledig thuis. Dit was het hoogste aandeel werknemers op locatie sinds de start van de pandemie.
De toename komt doordat meer werknemers weer deels op kantoor zijn gaan werken, maar valt ook samen met het meer open zijn van een aantal sectoren, zoals de horeca. Deze sectoren waren tijdens eerdere metingen nog (gedeeltelijk) dicht.
Naleven maatregelen lastiger
In vergelijking met begin 2021 is een daling te zien in de mate waarin werknemers de maatregelen daadwerkelijk (kunnen) toepassen. Bijna 60 procent van de locatiewerkers lukte het vaak niet om afstand te houden tot derden, bijvoorbeeld klanten, leerlingen of patiënten, en 40 procent lukte het vaak niet om afstand houden tot collega’s.
Ook werden mondkapjes en persoonlijke beschermingsmiddelen minder gebruikt. Ruim een derde van de locatiewerkers bleef niet altijd thuis met milde klachten (21 procent soms, 16 procent nooit). Van alle werknemers op locatie was 15 procent bang om op het werk besmet te raken met corona.
Blijvende verandering
Bijna driekwart van de werknemers op locatie en bijna 90 procent van de thuiswerkers gaf aan dat de coronapandemie en de getroffen maatregelen het werk hebben veranderd. Vooral het contact met collega’s, het contact met derden (klanten, leerlingen, patiënten etc.) en de uitvoering van het werk zijn veranderd. Een groot deel verwacht dat de verandering blijvend is.
Zes op de 10 werknemers op locatie gaven aan niets nodig te hebben om zich aan te passen aan die veranderingen, 1 op de 5 heeft vooral tijd nodig om te wennen en 1 op de 7 een aanpassing aan de werkplek. Bij thuiswerkers geeft de helft aan niets nodig te hebben om zich aan te passen, een kwart heeft tijd nodig en een vijfde heeft een werkplekaanpassing nodig.
Thuis blijven werken
Als het thuiswerkadvies vervalt, wil bijna 8 op de 10 thuiswerkers thuis blijven werken, waarvan 35 procent grotendeels of volledig wil thuiswerken en 43 procent evenveel op kantoor als thuis. Een overgrote meerderheid van de thuiswerkers verwachtte ook dat de werkgever thuiswerkers toestaat in de toekomst (ruim 70 procent) en bijna 20 procent gaf aan dat dit misschien mag.
Weinig formele afspraken
Nog geen 10 procent van de huidige thuiswerkers gaf aan dat thuiswerken in de toekomst niet meer mag of weet dit nog niet. Er zijn nog lang niet overal afspraken over hybride werken in de toekomst. Bij een derde van de thuiswerkers zijn er in de organisatie (nog) helemaal geen afspraken gemaakt en bij bijna de helft alleen informele afspraken.