Dat heeft staatssecretaris Vijlbrief gezegd op donderdag 8 juli in het laatste debat voor het zomerreces in de Tweede Kamer.
Ingediende motie
Tijdens het debat werd door de heer Grinwis van de ChristenUnie een motie ingediend:
“De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het huidige handhavingsmoratorium van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (DBA) ten minste tot 1 oktober 2021 van kracht is, maar in principe op enig moment moet worden afgebouwd;
constaterende dat het met het huidige handhavingsmoratorium voor opdrachtgevers mogelijk is om bestaande overeenkomsten van opdracht voort te zetten zonder toename van het risico op naheffingen van de Belastingdienst;
overwegende dat er nog geen concrete voorstellen tot een redelijk en handhaafbaar alternatief voor de Wet DBA zijn en deze opdracht doorgeschoven wordt naar een volgend kabinet;
overwegende dat er ondertussen evident knelpunten in de uitvoeringspraktijk zijn ontstaan en toezicht tekortschiet;
verzoekt de regering om voor 1 oktober — tot dan loopt ten minste het handhavingsmoratorium — uit te werken hoe knelpunten in de uitvoering van de Wet DBA aan te pakken, zodat geleidelijk stappen kunnen worden gezet richting het uitoefenen van regulier toezicht,
en gaat over tot de orde van de dag.”
Handhaven op nette manier
De staatssecretaris reageert als volgt:
“De heer Grinwis zei terecht dat het een smet is op het blazoen van het kabinet dat we dit niet hebben kunnen oplossen. Dat vind ik zelf ook. Maar het is ook waar dat het erg ingewikkeld is. Daarom is het ook niet makkelijk oplosbaar. Ik wil deze motie oordeel Kamer geven. Er is wat onduidelijkheid over, ook in de pers, dus dat kan ik op deze manier ook gelijk oplossen. Het handhavingsmoratorium loopt niet af in oktober. Het loopt minimaal tot oktober en dan zullen we kijken wat we gaan doen. Ik hoop op dat moment samen met collega Koolmees van Sociale Zaken te beschikken over de uitkomsten van de (…) pilot met de webmodule. Die zou meer inzicht moeten geven in de soort arbeidsrelatie die je hebt. (…) Ik ben het eens met wat de heer Grinwis probeerde te zeggen, namelijk: probeer een weg te vinden waarop je de wet toch kunt handhaven op een nette manier.”
Tweede Kamer, 99e vergadering, donderdag 8 juli 2021
Handhaving Belastingdienst
Sinds 1 januari 2020 handhaaft de Belastingdienst meer bij opdrachtgevers. De Belastingdienst kan correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen opleggen, eventueel met een boete.
De Belastingdienst handhaaft alleen als de dienst de opdrachtgever als kwaadwillend ziet of als de fiscus de opdrachtgever aanwijzingen heeft gegeven die hij niet opvolgt.
1 Kwaadwillend
Kwaadwillend is als een opdrachtgever opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan omdat hij weet – of had kunnen weten – dat feitelijk sprake is van een dienstbetrekking’. De Belastingdienst kan dan correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen opleggen. De fiscus moet dan bewijzen dat sprake is van drie zaken:
- een (fictieve) dienstbetrekking;
- evidente schijnzelfstandigheid;
- opzettelijke schijnzelfstandigheid.
2 Aanwijzingen niet opvolgen
De Belastingdienst handhaaft als de dienst aanwijzingen geeft die de opdrachtgever niet opvolgt.
Blijkt bij een controle dat sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking? Maar is er geen sprake van kwaadwillendheid? Dan handhaaft de Belastingdienst nog niet, maar geeft de fiscus wel aanwijzingen. Je moet dan met de aanwijzingen aan de slag gaan om:
- de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat sprake is van werken buiten dienstbetrekking, of
- de arbeidsrelatie als dienstbetrekking te verwerken in de aangifte
Hiervoor krijg je meestal drie maanden de tijd. Stelt de Belastingdienst na die termijn vast dat je de aanwijzingen niet of niet voldoende hebt opgevolgd? En is er nog steeds sprake van een (fictieve) dienstbetrekking? Dan kan de fiscus handhaven.
Is geen sprake van een van deze twee situaties? Dan wordt de handhaving uitgesteld tot ten minste 1 oktober 2021. Het kabinet wil nieuwe wet- en regelgeving invoeren die de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties vervangt.
Lees ook het Toezichtplan Arbeidsrelaties.