Als een werknemer thuis kan werken, dan moet hij op dit moment thuiswerken. Dat is de boodschap van Mark Rutte. Door zoveel mogelijk mensen thuis te laten werken, worden sociale contacten beperkt en wordt het openbaar vervoer ontzien. Hierdoor heeft het coronavirus minder kans zich te verspreiden.
Een werkgever mag nu niet verwachten dat de werknemer op de werkvloer verschijnt. Als een werkgever dit toch eist, moet daar wel een hele goede reden voor zijn.
Als het werk alleen maar fysiek op de werkplek kan worden uitgevoerd, en de werkgever zorgt voor een veilige en gezonde werkplek, dan moet de werknemer wel komen. Anders is sprake van werkweigering.
Meer thuiswerken
Uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) blijkt dat ongeveer 44 procent van de werkenden als gevolg van de coronacrisis gestart is met of meer is gaan thuiswerken. Voor op afstand vergaderen betreft dit zo’n 30 procent van de werkenden. Circa 27 procent van de thuiswerkers verwacht ook na de coronacrisis vaker te gaan thuiswerken; Rond 36 procent van degenen die nu meer op afstand vergaderen verwachten dit na de coronacrisis vaker te gaan doen.
D66 en GroenLinks pleiten voor een wettelijk recht op thuiswerken.
“Wat ons betreft verankeren we het recht om thuis te werken, voor wie dat kan, in de wet.”
De partijen komen met de volgende concrete voorstellen:
- Maak van thuiswerken een wettelijk recht. Het moet veel normaler worden om een deel van de tijd thuis te werken. Het moet standaard onderdeel van gesprek worden op de werkvloer.
Nu mag de werknemer een verzoek indienen om thuis te werken, maar hoeft de werkgever alleen met de werknemer te bespreken of thuiswerken mogelijk is. Een verzoek tot thuiswerken moet net zo behandeld moet worden als een verzoek tot aanpassing van de werktijd: een werkgever kan dan alleen weigeren als het echt niet anders kan. - Zorg dat thuiswerkplekken ook voldoen aan de eisen voor arbeidsomstandigheden. Iedereen moet ook thuis klachtenvrij kunnen werken. Geef daarom hetzelfde belastingvoordeel voor de inrichting van de werkplek thuis als voor de inrichting op kantoor, bijvoorbeeld door de werkgever fiscaal te stimuleren om voor een goede werkplek thuis te zorgen.
- Roep werkgevers en werknemers op om ook aan de cao-tafel en bij functioneringsgesprekken aandacht te besteden aan de optie om thuis te werken. Welke voorzieningen zijn nodig? Wat willen werknemers en hoe kan daarvoor gezorgd worden? Op de werkvloer moeten afspraken worden gemaakt om thuiswerken te faciliteren.
- Breng in kaart wat de huidige belemmeringen zijn in wet- en regelgeving om thuis te werken. Alle wetgeving op het gebied van fiscaliteit, maar ook bijvoorbeeld voor arbeidsomstandigheden is oorspronkelijk gebaseerd op het ‘oude werken’. Door te kijken waar nog hindernissen zitten om thuiswerken mogelijk te maken, is dit beter aan te pakken.
Bronnen: Trouw.nl en D66.nl en onderzoek Mobiliteit en de coronacrisis