
De Tweede Kamer heeft op 3 december 2024 een motie van het lid Boomsma aanvaard. In de motie wordt de regering verzocht om de mogelijkheden in kaart te brengen om van 5 mei een officiële nationale feestdag te maken om onze vrijheid te vieren. Hierbij reageert minister Van Hijum op deze motie.
Belang van Bevrijdingsdag
Het kabinet vindt het van groot belang dat er op Bevrijdingsdag (5 mei) wordt stilgestaan bij de waarden van vrijheid en democratie en dat we op een laagdrempelige wijze kunnen vieren dat we in Nederland in vrijheid leven. Daarom wil de minister sociale partners vragen om een jaarlijkse vrije dag op 5 mei onder de aandacht te blijven brengen bij decentrale cao-partijen. Om ook in de toekomst het vieren van onze vrijheid op Bevrijdingsdag te waarborgen, zet het kabinet zich in om tot een breed gedragen toekomstvisie voor 5 mei te komen.
Status van Bevrijdingsdag
Bij Besluit van 24 september 1990 is 5 mei aangewezen als nationale feestdag. Net zoals dat geldt voor andere feestdagen – zoals Koningsdag, Nieuwjaarsdag en beide Kerstdagen – betekent dit niet dat werknemers dan ook vrij zijn.
Geen wettelijke regeling
Al dan niet werken op feestdagen is niet bij wet geregeld. Afspraken daarover moeten worden gemaakt in cao-verband of per bedrijf. Dit tegen de achtergrond van het gegeven dat in een aantal sectoren sowieso moet worden gewerkt. Voorbeelden zijn de zorgsector, openbaar vervoer en beveiliging. Daarnaast zijn er (delen van) sectoren waarin juist vanwege het speciale karakter van zulke dagen wordt gewerkt, bijvoorbeeld de evenementenbranche, horeca, detailhandel, culturele instellingen en het toerisme.
Een eenduidige wettelijke regeling over vrij zijn op (nationale) feestdagen kan niet inspelen op het gewenste maatwerk dat hierbij nodig is.
Ontwikkelingen rond 5 mei als vrije dag
Al sinds 1959 geldt de aanbeveling van de Stichting van de Arbeid aan de decentrale cao-partijen om werknemers in de lustrumjaren op 5 mei vrijaf te geven met behoud van loon, op voorwaarde dat de werkomstandigheden zich daar niet tegen verzetten en het bedrijfsbelang niet wordt geschaad.
In 2019 heeft het toenmalige kabinet zich uitgesproken voor een vrije dag op 5 mei. De Stichting van de Arbeid heeft deze ‘oproep’ om van 5 mei een jaarlijkse vrije dag te maken, onder de aandacht van de decentrale cao-partijen gebracht. Bij hen ligt immers de verantwoordelijkheid om aan deze oproep gehoor te geven.
In 2022 had 27 procent van de werknemers jaarlijks vrij op 5 mei. In 2024 bedroeg dit percentage 34 procent. Verder heeft de Stichting van de Arbeid op 11 februari 2025 de oproep van het kabinet uit 2019 om van 5 mei een jaarlijkse vrije dag voor iedereen te laten zijn opnieuw onder de aandacht van de decentrale cao-partijen heeft gebracht.
Kamerbrief Motie Boomsma over 5 mei als nationale feestdag