
Steeds meer werkgevers kiezen ervoor om werknemers verplicht in een elektrische leaseauto te laten rijden. Voor de zakelijke rijder betekent dit verlies van keuzevrijheid, terwijl tegelijkertijd de boetes bij vroegtijdige contractbeëindiging steeds vaker naar de werknemer gaan.
Werknemers die van baan wisselen en daardoor hun auto inleveren bij de werkgever, mogen niet ook nog geconfronteerd worden met een afkoopsom van het leasecontract. Zeker niet als het om een gedwongen keuze voor een elektrisch voertuig (EV) gaat. Dat stelt de Vereniging Zakelijke Rijders (VZR).
Disproportioneel en niet gerechtvaardigd
Afkoopsommen van een leasecontract zijn duizenden euro’s groot en lopen geregeld op tot € 15.000 of meer. Elektrische auto’s zijn doorgaans duurder, zwaarder en schrijven sneller af dan hun benzine- of dieselvarianten. Deze voorgelegde afkoopbedragen zijn volgens VZR disproportioneel en niet gerechtvaardigd, zeker als de werknemer niet zelf voor de duurdere EV heeft gekozen.
VZR pleit daarom voor duidelijke wettelijke kaders en goed werkgeverschap. Als werkgevers of de overheid elektrische leaseauto’s verplicht stellen, mag dit niet ten koste gaan van de werknemer. Afkoopsommen bij verplichte leaseauto’s zouden volgens VZR geheel verboden moeten worden.
VZR zet zich de komende tijd actief in om dit thema op de agenda te plaatsen bij werkgeversorganisaties en in de politiek. De vereniging roept werkgevers op om nu al verantwoordelijkheid te nemen en werknemers niet langer te confronteren met onredelijk hoge kosten.
