
De rechtbank beoordeelt of de aanslag en de belastingrentebeschikking naar te hoge bedragen zijn vastgesteld. Daarbij beoordeelt de rechtbank of de man heeft doen blijken dat in 2018 met de aan hem ter beschikking gestelde auto’s niet meer dan 500 kilometer privé is gereden. Ook beoordeelt de rechtbank of de inspecteur in de voorloopfase van de aanslag het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat geen bijtelling voor het privégebruik van de auto’s in aanmerking genomen zou worden.
Volgens de rechtbank zijn de aanslag en de belastingrentebeschikking niet naar te hoge bedragen vastgesteld.
Wat speelt er in deze zaak?
Een man bezit in 2018 100% van de aandelen in een bv en hij was in 2018 als directeur bij deze vennootschap in dienstbetrekking.
Aan de man zijn in 2008 door de bv, mede voor privédoeleinden, twee auto’s, een Audi R8 Coupe en een Bentley Bentayga ter beschikking gesteld.
In de loonaangifte 2018 van de bv noch in de aangifte IB/PVV 2018 van de man heeft een bijtelling voor privégebruik van de auto’s plaatsgevonden.
Tijdens een bespreking met belanghebbende en diens adviseur op 1 september 2021 heeft de inspecteur belanghebbende verzocht om de rittenregistraties van de auto’s over het jaar 2018 te overleggen.
Tijdens een bespreking op 25 november 2021 wordt uitsluitend de rittenadministratie van de Bentley overgelegd. De rittenregistratie van de Audi werd op 6 december 2021 separaat door de man aan de inspecteur toegezonden.
De inspecteur heeft de aanslag en de bijbehorende belastingrentebeschikking met dagtekening 15 december 2022 opgelegd. Daarbij heeft hij de bijtelling voor het privégebruik van de auto’s gecorrigeerd.
Voldaan aan vormvereisten?
De man stelt dat de overgelegde rittenregistraties sluitend zijn en voldoen aan de vormvereisten en dat daarom genoegzaam is aangetoond dat de auto’s voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden zijn gebruikt. Daartoe voert hij (onder meer) aan dat voor een sluitende rittenregistratie niet vereist is dat de begin- en eindstand van de kilometerteller van iedere rit worden genoteerd en, daarnaast, uit beide rittenregistraties (bijna altijd) de beginstand van iedere dag volgt. Aan de hand van die gegevens kan eenvoudig worden berekend of de rittenregistraties al dan niet sluitend zijn.
De inspecteur stelt zich op het standpunt dat de man niet heeft doen blijken dat de auto’s op kalenderbasis voor niet meer dan 500 kilometer zijn gebruikt voor privédoeleinden omdat de rittenadministraties niet voldoen aan de wettelijke vereisten.
De inspecteur voert daartoe aan dat de rittenregistraties niet voldoen aan de vormvereisten omdat het merk, type en kenteken, de eindstand van de kilometerteller na iedere rit en het karakter van die rit niet (altijd) zijn opgenomen. Daarnaast heeft de inspecteur onregelmatigheden geconstateerd in de rittenregistraties die zonder nadere onderbouwing onverklaarbaar zijn.
Rittenregistratie Audi
De rechtbank stelt vast dat de man op de overgelegde rittenadministratie van de Audi uitsluitend heeft vermeld welke ritten voor privédoeleinden zijn gereden (in totaal 464 kilometers). Voor de overige ritten is, anders dan bij de rittenadministratie van de Bentley, geen informatie verstrekt met betrekking tot het zakelijke karakter hiervan.
Zakelijkheid ritten niet aangetoond
De man heeft, ondanks herhaaldelijke verzoeken van de inspecteur, geen objectief verifieerbare stukken overgelegd waaruit de zakelijkheid van deze ritten volgt. De inspecteur heeft aangevoerd dat een aantal ritten, bijvoorbeeld omdat het eindadres een horecalocatie is, zowel een zakelijke als privékarakter kunnen hebben.
De man heeft ter zitting desgevraagd aangegeven niet bereid te zijn om (nadere) stukken te overleggen, bijvoorbeeld een agenda, waaruit het zakelijke karakter van deze ritten zou kunnen blijken. De rechtbank heeft de man voorgehouden dat zijn weigering om deze stukken te overleggen consequenties heeft voor de op hem rustende bewijslast.
Nu de zakelijkheid van een aantal ritten niet kan worden vastgesteld, oordeelt de rechtbank dat de man niet heeft doen blijken dat de Audi in 2018 voor minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt.
Rittenregistratie Bentley
Volgens de inspecteur is de door de man overgelegde rittenadministratie niet sluitend. Hiertoe voert de inspecteur aan dat uit gegevens die zijn opgevraagd bij het Centraal Justitieel Incassobureau, volgt dat op 9 oktober 2018 een snelheidsovertreding met de Bentley is geconstateerd op de Aalsterweg te Eindhoven, een plaats waar de Bentley volgens de rittenregistratie op die bewuste dag niet geweest is.
Daarnaast komt de kilometerstand die staat vermeld op een factuur (autogarage) van de Bentley met de werkorderdatum 5 oktober 2018 niet overeen met de beginstand volgens de rittenregistratie.
Omrijden vanwege marathon
De man heeft met betrekking tot de plaats waar de snelheidsboete is geconstateerd gesteld dat het centrum van Eindhoven destijds was afgesloten in verband met de marathon die aldaar zou plaatsvinden. Die omstandigheid heeft ertoe geleid dat de man niet de reguliere woon-werkverkeerroute kon rijden maar moest omrijden. Ter zitting heeft hij ook toegelicht dat bij het invullen van de kilometerstand op de factuur van de Bentley een medewerker van het garagebedrijf mogelijk een cijfer heeft omgedraaid.
Objectief verifieerbare gegevens van derden
De rechtbank stelt voorop dat de toetsing van de rittenregistratie aan objectief verifieerbare gegevens van derden van groot belang is voor de bewijsvoering van de man.
Met betrekking tot de rittenregistratie van de Bentley stelt de rechtbank vast dat de man op 9 oktober 2018 een rit van huis naar een adres in een andere plaats en terug heeft vermeld met een afstand van 116 kilometer (enkele reis). De inspecteur heeft printscreens van Google Maps overgelegd waaruit een afstand van 115 kilometer volgt als de snelste route wordt genomen.
Andere route
Uit de geconstateerde verkeersovertreding en de verklaring van de de man ter zitting volgt dat hij op die dag een andere route heeft genomen (niet via de noordkant maar langs de zuidkant Eindhoven uitgereden). Deze route is echter langer. De rechtbank leidt daaruit af dat het aantal genoteerde kilometers niet klopt en dat deze route voor een onjuist, te laag, aantal kilometers in de rittenregistratie is opgenomen.
Kilometerstand
Op 18 oktober 2018 is de Bentley voor onderhoud naar de garage gebracht. Op de factuur van de garage is een kilometerstand van 47.768 vermeld. Volgens de rittenregistratie van de man was de kilometerstand op die dag 47.332 waardoor een verschil van 436 kilometer ontstaat.
Getal omdraaien ongeloofwaardig
De door de man ter zitting gegeven verklaring dat een medewerker van de garage een getal zou hebben omgedraaid acht de rechtbank ongeloofwaardig, temeer daar de kilometerstanden op andere overgelegde facturen van de garage wel correct zijn vermeld.
Geen betrouwbare weergave
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat de rittenregistratie geen (betrouwbare) weergave van het werkelijke gebruik van de auto (feitelijke kilometerstanden en feitelijk afgelegde routes) is. Volgens de rechtbank is de rittenregistratie niet sluitend en moet deze daarom in zijn geheel worden verworpen.
De man heeft niet overtuigend aangetoond dat de auto’s in 2018 op jaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden zijn gebruikt.
Vertrouwensbeginsel geschonden
de man stelt dat de inspecteur het vertrouwensbeginsel heeft geschonden. Volgens de man heeft de inspecteur op 1 september 2021 mondeling toegezegd dat, als de aangeleverde rittenregistraties geen fouten of grote hiaten zouden bevatten, deze akkoord zouden worden bevonden. Ook zou uit de e-mail van de inspecteur van 8 september 2021 niet volgen dat de rittenregistraties (nog) een discussiepunt vormden.
Alleen overzicht gestuurd
De rechtbank is van oordeel dat de man uit de e-mail van 8 september 2021 redelijkerwijs niet kan hebben afgeleid dat de rittenregistraties geen discussiepunt meer vormden. In die e-mail heeft de inspecteur alleen een overzicht gestuurd met de aanslagen waartegen de man bezwaar heeft aangetekend en daarbij de vraag gesteld of dat overzicht compleet is.
De rechtbank stelt vast dat er geen objectieve gegevens zijn waaruit de man kon afleiden dat er een toezegging of uitlating van de inspecteur was. de man heeft dit ter zitting ook bevestigd.
Akkoord bij afwezigheid fouten of grote hiaten
De man stelt dat zijn adviseur in de veronderstelling verkeerde dat de rittenregistraties akkoord zouden zijn bij afwezigheid van fouten of grote hiaten. Daartoe verwijst de man naar de e-mail van de adviseur van 17 september 2022 waarin hij opmerkt: “Naar mijn mening is de verwachting gewekt dat de kilometeradministraties globaal beoordeeld zouden worden, met als insteek: geen correcties als de administraties geen grote fouten / hiaten zouden bevatten”.
Niet de indruk gewekt
De rechtbank stelt vast dat deze subjectieve interpretatie door de adviseur niet is gebaseerd op eerdere (mail)correspondentie met de inspecteur of zijn gespreksnotities. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de inspecteur niet op enige manier de indruk heeft gewekt dat hij akkoord zou zijn met de rittenregistraties als deze geen fouten of grote hiaten zouden bevatten of dat de man dat zo kon begrijpen. Dit betekent dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt.
Uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 9 januari 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:114