
Het is aannemelijk dat een beweging naar een vierdaagse werkweek voor alle fulltime werkende Nederlanders de al grote tekorten op de arbeidsmarkt verder vergroot. Een accurate kwantitatieve inschatting maken van het aanvullende tekort aan fte is uitdagend. De omvang van dit tekort hangt af van hoe de vierdaagse werkweek wordt ingevuld: is er bijvoorbeeld sprake van een beweging naar 32 uur per week of van een beweging naar 36 uur per week?
Het is ook onzeker hoe de arbeidsmarkt zich zou aanpassen aan een vierdaagse werkweek. Het directe effect van een standaard vierdaagse werkweek is dat fulltime werkende Nederlanders minder gaan werken.
Het precieze effect op de tekorten op de arbeidsmarkt hangt ook af van indirecte effecten van deze arbeidstijdverkorting, zoals mogelijke effecten op productiviteit en verzuim. Bovendien kunnen er verdere verschuivingen plaatsvinden in het arbeidsaanbod als gevolg van een vierdaagse fulltime werkweek, bijvoorbeeld als deeltijdwerkende partners van voltijdswerkers hierdoor meer ruimte ervaren om meer uren te werken.
Voor de invoering van een vierdaagse werkweek met loonstijging is geen macro-economische doorrekening beschikbaar.
Werkgevers ervaren momenteel het tekort aan arbeidskrachten als de grootste belemmering in de bedrijfsvoering. Tegelijkertijd begrijpt de minister ook de wens voor een goede balans tussen werk, zorg en vrije tijd. De specifieke omstandigheden in een bedrijfstak of onderneming zijn bepalend voor een goede afweging van dergelijke zorgen en wensen.
Regeerprogramma
In het Regeerprogramma wordt in grote lijnen aangegeven hoe het kabinet de krapte op de arbeidsmarkt wil aanpakken. Een onderdeel van deze aanpak is het bevorderen van een hogere arbeidsduur, waarbij het kabinet vooral kansen ziet bij partners met kleine contracten (tot 24 uur).
Meer werken stimuleren
Het Regeerprogramma bevat enkele maatregelen om (meer) werken aantrekkelijker te maken. Zo wil het kabinet de drempels voor hogere arbeidsduur wegnemen via het programma ‘Meer Uren Werkt!’.
Om mensen te stimuleren meer (uren) te gaan werken is het cruciaal dat (meer) werken ook loont. Het kabinet wil dit onder meer realiseren door de hervorming van het stelsel van inkomensondersteuning en het kinderopvangstelsel. Ook onderstreept het Regeerprogramma dat mensen de ruimte moeten hebben om voor hun naasten te zorgen. Daarom wil het kabinet de bekendheid van het recht op flexibel werken vergroten en het verlofstelsel voor mantelzorg vereenvoudigen.
Het kabinet komt met een agenda voor werkenden, inzet is om deze vóór de behandeling van de SZW-begroting aan de Tweede Kamer te verzenden. Daarbij gaat het kabinet ook in op beleid om méér werken te stimuleren. Van Hijum houdt de aantrekkelijkheid van (meer uren) werken goed in de gaten. Indien aanvullend beleid nodig is, zal hij de Kamer hierbij op gepaste wijze betrekken.
Cao-afspraken
Het is aannemelijk dat een vierdaagse werkweek voor alle fulltime werkende Nederlanders de al grote tekorten op de arbeidsmarkt verder vergroot. Het is echter niet aan te geven wat het (macro-)effect zou zijn van een verkorting van de werkweek. Dat geldt ook voor de gevolgen van een eventuele cao-afspraak. In hoeverre een dergelijke cao-afspraak haaks zou staan op het regeringsbeleid valt dus niet op voorhand te zeggen. Daar komt bij dat het aan werkgevers en werknemers in onderling overleg is om te bepalen wat gepaste afspraken zijn voor het betreffende cao-gebied.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid past terughoudendheid ten aanzien van onderhandelingsinzetten en de cao’s die daaruit kunnen volgen, juist om het onderhandelingsproces niet te verstoren.
Het ministerie toetst verzoeken om algemeenverbindendverklaring van cao-bepalingen aan formele wettelijke vereisten, de representativiteit van cao-partijen en aan evidente strijdigheid met het recht. De rol van de overheid bij de totstandkoming van cao’s is ordenend, niet sturend.
Ingrijpen op afspraken die wettelijk zijn toegestaan, perkt de contractsvrijheid en de eigen verantwoordelijkheid van sociale partners voor arbeidsvoorwaardenvorming in. Van Hijum past dan ook terughoudendheid bij het selectief of sturend algemeen verbindend verklaren van cao’s.
Beantwoording Kamervragen over de eisen van vakbonden om minder te werken