Partijen strijden in hoger beroep over het door de werkgever gedane verzoek om de werknemer te veroordelen tot betaling van € 82.820,54 aan de werkgever De werknemer heeft tegen dat verzoek verweer gevoerd. De kantonrechter heeft de werknemer veroordeeld tot betaling van € 55.932.75.
Wat speelt er in deze zaak?
De werknemer is op 1 augustus 2021 in dienst getreden van de werkgever. Hij bekleedde laatstelijk de
functie van ICT & Telecom Supportmedewerker op de ICT-afdeling.
Eind 2022 is het hoofdkantoor van de werkgever verhuisd. In verband met die verhuizing was de ICT-afdeling bezig met het vervangen van vaste computers voor laptops.
Op 14 april 2023 heeft de werkgever opdracht gegeven aan onderzoeksbureau om een onderzoek te doen naar de vermissing van laptops en of de werknemer daarbij betrokken was.
Het onderzoeksbureau heeft (digitaal) onderzoek gedaan in de zakelijke e-mailpostbus, het zakelijke gebruikersprofiel en de zakelijke Onedrive-opslag van de werknemer. Daarnaast heeft zij de werknemer en een aantal andere medewerkers van de werkgever geïnterviewd.
Rapport onderzoeksbureau
Op 7 juni 2023 heeft het onderzoeksbureau het rapport van haar onderzoek opgeleverd aan de werkgever. Zij heeft in dat rapport op basis van onderzoek in de e-mailbox van de werknemer acht bestellingen van laptops met toebehoren en twee bestellingen van Iphone-opladers door de werknemer in de periode van september 2022 tot en met april 2023 weergegeven.
Na ontvangst bij de werkgever moesten de laptops worden geregistreerd. Het rapport maakt onder meer melding van de volgende door de werknemer geplaatste bestellingen en het aantal laptops (met toebehoren) dat vervolgens daadwerkelijk werd geregistreerd:
- Op 14 september 2022 zijn 12 laptops door de werknemer besteld, waarvan 8 geregistreerd;
- Op 14 oktober 2022 zijn 6 laptops door de werknemer besteld, waarvan 0 geregistreerd;
- Op 7 november 2022 zijn 15 laptops door de werknemer besteld, waarvan 6 geregistreerd;
- Op 15 december 2022 zijn 7 laptops door de werknemer besteld, waarvan 0 geregistreerd;
- Op 7 februari 2023 zijn 20 laptops door de werknemer besteld, waarvan 0 geregistreerd;
- Op 1 maart 2023 zijn 6 laptops door de werknemer besteld, waarvan 5 geregistreerd;
- Op 27 maart 2023 zijn 15 laptops door de werknemer besteld, waarvan 0 geregistreerd;
- Op 11 april 2023 zijn 20 laptops door de werknemer besteld, waarvan 5 geregistreerd.
Aldus zijn, volgens het rapport, 77 door de werknemer bestelde laptops niet geregistreerd.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter heeft de werknemer veroordeeld tot betaling van € 55.932,75 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 augustus 2023 tot de dag van de voldoening met veroordeling van de werknemer in de proceskosten. De kantonrechter heeft daartoe het volgende overwogen:
De werknemer is aansprakelijk voor de schade van de werkgever voor het verdwijnen van laptops, toebehoren en Iphone-opladers, omdat die schade een gevolg is van opzettelijk handelen door de werknemer.
De werkgever heeft voldoende inzichtelijk gemaakt dat haar schade € 82.820,54 bedraagt. De werkgever had echter vanaf januari 2023 alle aanleiding om verscherpt toezicht uit te oefenen op de werknemer. Dat heeft hij nagelaten. De schade die is ontstaan door het handelen van de werknemer na januari 2023 is daarom mede het gevolg van een omstandigheid die aan de werkgever kan worden toegerekend.
De kantonrechter heeft de vergoedingsplicht van de werknemer verminderd door de schade die is veroorzaakt na januari 2023 bij helfte te verdelen tussen de werknemer en de werkgever.
Oordeel hof
Het hof komt op grond van de volgende feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien tot de conclusie dat sprake is van opzet bij de werknemer met betrekking tot de verdwijning van 77 laptops met toebehoren:
- De werknemer heeft in strijd met de – ook voor hem bekende – gangbare praktijk bestellingen verricht zonder die ter goedkeuring voor te leggen aan zijn leidinggevende.
- Laptops dienden bij aankomst op de ICT-afdeling te worden geregistreerd. De werknemer wist als besteller van de laptops bij uitstek dat een aanzienlijk aantal van de door hem bestelde laptops niet geregistreerd werden.
- De werknemer heeft, terwijl hij regelmatig nieuwe bestellingen plaatste, nooit bij zijn twee vaste contactpersonen bij de leverancier melding gemaakt van de omstandigheid dat laptops niet waren aangekomen bij de werkgever , althans niet door hem waren geregistreerd.
- De werknemer heeft nooit bij zijn leidinggevende melding gemaakt van het feit dat door hem bestelde partijen laptops niet werden geregistreerd.
- De werknemer geeft geen geloofwaardige verklaring voor de onder i tot en met iv vermelde handelwijze.
Schade door handelen werknemer
Het hof stelt vast dat de schade is veroorzaakt door het actief, opzettelijk handelen van de werknemer. Vervolgens is allereerst de vraag of er aan de werkgever toe te rekenen omstandigheden zijn die mede tot de schade hebben bijgedragen.
Onvoldoende concrete bedenkingen
De werkgever heeft in hoger beroep voldoende gemotiveerd aangevoerd dat hij onvoldoende concrete verdenkingen had om al vanaf januari 2023 meer controle op het handelen van specifiek de werknemer uit te uitoefenen. De leidinggevende heeft verklaard dat na de verdwenen opladers in januari 2023 bij hem wel de gedachte was opgekomen dat de werknemer er iets mee te maken zou kunnen hebben, maar ook dat van een echte verdenking nog geen sprake was omdat hij zo’n goede verstandhouding had met de werknemer en zich niet kon voorstellen dat iemand voor een paar opladers de boel zou oplichten en zijn baan op het spel zou zetten. Hij heeft verklaard dat vanaf dat moment het hele team beter in de gaten werd gehouden.
Welke controlemiddelen had werkgever moeten inzetten?
De werknemer maakt niet duidelijk welke controlemiddelen de werkgever had moeten inzetten. De werkgever heeft gemotiveerd aangevoerd dat pas in april 2023 duidelijk werd dat door de werknemer buiten het systeem om bestellingen waren gedaan. De werkgever kan daarom niet verweten worden dat hij niet eerder aan de hand van de betaalbaarstelling van de vele facturen op de hoogte was van de bestellingen van de werknemer en de omstandigheid dat de bestelde laptops niet allemaal geregistreerd werden.
Geen omstandigheden die kans op verduistering hebben vergroot
Ook is geen sprake van omstandigheden die de werkgever kunnen worden verweten die de kans op verduistering hebben vergroot. Er bestond een procedure om verduistering of een dergelijk risico tegen te gaan (goedkeuring vooraf), maar de werknemer heeft opzettelijk zijn mogelijkheid om als contactpersoon van de werkgever bij de leverancier laptops te bestellen misbruikt. Hij heeft zonder vereiste goedkeuring vooraf laptops besteld en vervolgens noch bij de contactpersonen van de leverancier noch rechtstreeks bij zijn leidinggevende gemeld dat aanzienlijke aantallen door hem bestelde laptops niet werden geregistreerd.
Vergoedingsplicht werknemer blijft volledig in stand
Afgezet tegen de ernst van dit opzettelijk en als heimelijk te karakteriseren handelen van de werknemer is enige nalatigheid van de werkgever met betrekking tot de controle ten tijde van de betaalbaarstelling van de facturen, gering van aard.
Gelet op de uiteenlopende ernst en verwijtbaarheid van de gemaakte fouten eist ook in dat geval de billijkheid dat de vergoedingsplicht van de werknemer volledig in stand blijft.
Beslissing hof
Het hof vernietigt de tussen partijen gegeven beschikking van 13 december 2023 ten aanzien van de veroordeling tot betaling van de werknemer aan de werkgever tot een bedrag € 55.932,75 en opnieuw rechtdoende veroordeelt de werknemer om aan de werkgever te betalen een bedrag van € 82.344,14, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 11 augustus 2023. Daarnaast veroordeelt het hof de werknemer in de kosten van het hoger beroep.
Uitspraak Hof ‘s-Hertogenbosch, 25 juli 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2441