De transitievergoeding is bedoeld als compensatie voor het ontslag van een werknemer en om de overgang naar ander werk eenvoudiger te maken. Dat oordeelt de kantonrechter.
Wat speelt er in deze zaak?
De werknemer is op 21 maart 2022 in dienst getreden bij de werkgever. Bij beschikking gegeven op 3 oktober 2023 is de arbeidsovereenkomst die tussen partijen te gelden had beëindigd per 1 september 2023.
De werknemer heeft de kantonrechter verzocht:
- voor recht te verklaren dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst volledig te wijten is aan werkgever;
en daarnaast de werkgever te veroordelen:
- tot het betalen van een transitievergoeding over de duur van de arbeidsovereenkomst;
- tot betaling van de wettelijke verhoging over de te laat betaalde transitievergoeding;
- tot betaling van de wettelijke rente over de transitievergoeding en vanaf 1 september 2023 ook over de wettelijke verhoging;
- in de kosten van de procedure.
Werknemer weigert transitievergoeding te betalen
Aan het verzoek legt de werknemer ten grondslag dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen is aangegaan voor bepaalde tijd en is geëindigd op 1 september 2023, en dat de werkgever ten onrechte weigert om hem de transitievergoeding te betalen.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de werkgever moet worden veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding. De werknemer heeft de hoogte van de transitievergoeding niet berekend.
De werknemer heeft het verzoek tijdig ingediend, omdat het is ontvangen binnen de wettelijke vervaltermijn van 3 maanden.
Rechter: werkgever moet transitievergoeding betalen
De werkgever heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek. Het verzoek tot veroordeling van de werkgever tot het betalen van een transitievergoeding komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt toegewezen.
Nu de werknemer niet zelf de hoogte van de transitievergoeding heeft berekend, heeft de kantonrechter deze, uitgaande van de hiervoor vermelde vaststaande feiten, berekend op een bedrag van € 1.557.
Geen in geld vastgesteld loon
De transitievergoeding is geen in geld vastgesteld loon in de zin van artikel 7:625 BW. De transitievergoeding is bedoeld als compensatie voor het ontslag van een werknemer en om de overgang naar ander werk te vergemakkelijken. De gevorderde wettelijke verhoging over de transitievergoeding wijst de kantonrechter daarom niet toe.
De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding wordt toegekend vanaf 1 maand na het eindigen van de arbeidsovereenkomst, te weten per 1 oktober 2023.
De werknemer heeft geen belang, althans heeft dit niet aangetoond, bij de verzochte verklaring voor recht. Dit verzoek wijst de kantonrechter dan ook af.
De werkgever moet de proceskosten betalen.
Uitspraak Rechtbank Den Haag, 22 maart 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:5371