
De overheid stelt zich het doel om voor de circa 8 miljoen verzekerde werknemers inkomensbescherming
te bieden bij werkloosheid en de terugkeer naar werk te bevorderen.
De overheid biedt een vangnet voor werknemers die onvrijwillig werkloos worden. Door middel van de werkloosheidswet (WW) krijgen mensen ondersteuning om de tijdelijke inkomensdaling als gevolg van werkloosheid op te kunnen vangen en ondersteuning in de zoektocht naar een nieuwe baan.
Minister Van Gennip van SZW gaat in op de periodieke rapportage voor het thema ‘Werkloosheid werknemers’.
In deze rapportage is het werkloosheidsbeleid voor werknemers beoordeeld op doeltreffendheid en doelmatigheid.
WW-uitkering
De WW biedt een tijdelijke uitkering aan verzekerde werknemers bij werkloosheid. Het UWV voert de WW uit. Het aantal WW-uitkeringen bedroeg eind 2022 150.000. De totale WW-uitgaven
(de som van uitkeringslasten en uitvoeringskosten) bedroegen in 2022 € 3,3 miljard. De totale WW-uitgaven fluctueren sterk onder invloed van de conjunctuur. Zo waren deze uitgaven de afgelopen tien jaar op zijn hoogst € 8,0 miljard in 2014.
Het beleid binnen het thema ‘Werkloosheid werknemers’ kent twee hoofddoelstellingen. Dat zijn het bieden van bescherming tegen de financiële gevolgen van werkloosheid (inkomensbescherming) en het stimuleren om het werk te hervatten (activering).
Doeltreffendheid en doelmatigheid WW?
Het beleid binnen het thema ‘Werkloosheid werknemers’ kent twee hoofddoelstellingen. Dat zijn het bieden van bescherming tegen de financiële gevolgen van werkloosheid (inkomensbescherming) en het stimuleren om het werk te hervatten (activering).
Wijziging WW-rechten en WW-duur
In 2006 is door middel van de Wet wijziging WW-stelsel en ontslagrecht de maximale WW-duur verkort
van 5 jaar naar 38 maanden. In 2015 is middels de Wet werk en zekerheid (Wwz) de maximale WW-duur verder verkort, van 38 naar 24 maanden. Daarnaast is met de Wwz de opbouw van WW-rechten
gewijzigd, waardoor werknemers minder snel WW-rechten opbouwen. Bij zowel de beleidswijzigingen van 2006 als 2015 is gewerkt met een overgangsperiode.
Positief effect
Het effect van de wijziging van 2006 is gemiddeld genomen positief. Ondanks dat mensen hierdoor gemiddeld minder WW-rechten hadden, verbeterde hun gemiddelde inkomenspositie. Deze wijziging was daarmee zowel doeltreffend als doelmatig. De wijziging van 2015 is nog niet volledig onderzocht, omdat de verkorting van de maximale duur tot voor kort nog niet volledig was gerealiseerd. Het onderzoek dat er is laat enig positief effect op de werkhervatting zien. Op het totale inkomen is nog geen
positief of negatief effect waarneembaar.
De WW-uitvoering scoort goed op de elementen klantgerichtheid en tijdigheid.
Persoonlijke dienstverlening
Uit het onderzoek volgt dat de inzet van persoonlijke dienstverlening leidt tot een grotere baankans en een lager beroep op de WW binnen 24 maanden na instroom.
Het positieve effect van dienstverlening op de baankans is terug te zien bij alle groepen in de WW, maar is niet voor alle groepen even groot. Het positieve effect is het meest merkbaar bij WW-gerechtigden met een relatief hoge werkhervattingskans bij instroom in de WW.
Gerichte scholing
Een ander relatief groot activerend instrument is het WW-scholingsbudget. Het beschikbare onderzoek naar de doeltreffendheid van scholing laat zien dat gerichte scholing effectief is in het vergroten van de duurzame werkhervatting van mensen met een grotere afstand tot arbeidsmarkt.
Kabinetsreactie
Voor de meeste werknemers biedt de WW voldoende ondersteuning. Er is ook een groep die ondanks het ontvangen van een WW-uitkering nog steeds te maken kan krijgen met geldzorgen in het geval van werkloosheid. Geldzorgen kunnen stress, eenzaamheid en uitsluiting tot gevolg hebben. Om armoede en schulden terug te dringen is het kabinet in juli 2022 gestart met de aanpak Geldzorgen, Armoede en
Schulden.
Vereenvoudiging WW
De minister concludeert dat het werkloosheidsbeleid voor werknemers doet wat het moet doen. Het biedt inkomenszekerheid na baanverlies en ondersteunt werkzoekenden in hun terugkeer naar werk. Dat laat onverlet dat er nog voldoende ruimte voor verbetering is, onder meer door middel van vereenvoudiging. De resultaten van het onderzoek naar de vereenvoudiging van de WW en eerste reactie daarop deelt Van Gennip naar verwachting met de Tweede Kamer na het zomerreces van 2023.
Kamerbrief over periodieke rapportage ‘Werkloosheid werknemers’