Volgens recent onderzoek van het CBS, dat in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is uitgevoerd, waren er eind 2019 6,98 miljoen werknemers in Nederland,
waarvan 936 duizend werknemers geen pensioen opbouwden via hun werkgever
Uit het onderzoek van het CBS blijkt dat 13 procent van alle werknemers in de onderzoekspopulatie is geclassificeerd als zogenoemde ‘witte werknemer’. Deze groep werknemers
bestaat voor 7 procentpunt uit werknemers van 21 tot 35 jaar, voor 5 procentpunt uit 35- tot 55-jarigen, en voor 2 procentpunt valt in de categorie 55-jarigen tot de AOW-leeftijd.
Andere kenmerken van werknemers waarvan een relatief groot deel geen pensioen opbouwt, zijn werknemers:
- met een 1e generatie migratieachtergrond (22 procent);
- alleenstaanden (19 procent);
- waarvan de partner ook witte werknemer is (19 procent);
- die deel uit maken van een huishouden met een laag huishoudensinkomen (minder dan 20 duizend euro) (26 procent);
- die geen eigen woning bezitten (17 procent);
- die minder dan 35 duizend euro verdienen (18 procent);
- met een flexibel dienstverband (25 procent);
- die bij kleine bedrijven (1 tot 10 werkzame personen) werken (36 procent); en
- die bij jonge bedrijven (jonger dan 2 jaar) werken (28 procent).
Daarnaast blijkt uit het onderzoek van het CBS dat de commerciële dienstverlening de sector is waarbij de witte vlek het grootst is, zowel in absolute (646 duizend witte werknemers) als ook in
relatieve zin (19 procent witte werknemers).
Aanvalsplan witte vlek
De minister vindt het zorgelijk dat in 2019 veel werknemers geen pensioen opbouwden via hun werkgever. Zij vindt het dan ook wenselijk om de witte vlek zo klein mogelijk te maken. Met de afspraken in het Pensioenakkoord hebben ook sociale partners zich gecommitteerd om de witte vlek de komende jaren te reduceren. Het zijn immers werkgevers en werknemers die collectief afspraken maken over arbeidsvoorwaarden, waaronder het aanvullend pensioen. Zij hebben daarom op 17 juni 2020 het Aanvalsplan witte vlek gepresenteerd met voorstellen om het gemis aan pensioenopbouw tegen te gaan.
De afgelopen anderhalf jaar zijn er belangrijke stappen gezet. Een aantal acties is al opgepakt en uitgewerkt. Zo is bijvoorbeeld het meld- en informatiepunt geenpensioen.nl bij de SER opgericht. Op die website is onder meer een handreiking te vinden die werkgevers ondersteunt om de stappen te doorlopen om tot een pensioenregeling te komen. Andere acties worden dit jaar uitgewerkt.
Pensioenbewustzijn jongeren
Het CBS-onderzoek geeft geen directe inzage in de vraag of deze werknemers al hun hele potentiële pensioenopbouwperiode onder de witte vlek vallen.
Jongeren maken een relatief groot deel uit van de witte vlek. Zij zullen gedurende hun loopbaan naar verwachting nog wisselen van werkgever. Werknemers die nu geen pensioen opbouwen via hun werkgever, kunnen bij een nieuwe baan terechtkomen in een baan waar wel pensioenopbouw plaatsvindt, waardoor zij dan beginnen met het opbouwen van pensioen. Dit onderstreept ook het belang van pensioenbewustzijn bij jonge werknemers.
Geen pensioenaanspraken in tweede pijler
Op basis van dit onderzoek is het in beperkte mate mogelijk om inzage te bieden in hoeveel werkenden helemaal geen aanspraken in de tweede pijler hadden in 2019. Van alle werkenden in
2019 (werknemers en zelfstandigen, dit waren 7,93 miljoen mensen) hadden 548 duizend mensen geen pensioenaanspraken in de tweede pijler. Van alle zelfstandigen (947 duizend) hadden 208
duizend geen pensioenaanspraken in de tweede pijler. Dat betekent dat 340 duizend werknemers geen pensioenaanspraken hadden in de tweede pijler in 2019.
Verplichtstelling bedrijfstakpensioenfondsen
Bedrijfstakpensioenfondsen zijn verantwoordelijk voor de handhaving van de verplichtstelling in een sector. Door de toegenomen dynamiek van de economie is dit steeds lastiger. Zoals in de
voortgangsrapportage “Aanvalsplan witte vlek pensioenopbouw” van de Stichting van de Arbeid (StvdA) is aangekondigd, is de StvdA van plan om in overleg met de Pensioenfederatie pensioenuitvoerders op te roepen om gezamenlijk te kijken op welke manier technologische ontwikkelingen (bijvoorbeeld data science en/of kunstmatige intelligentie) eraan kunnen bijdragen om tot een effectievere en efficiëntere handhaving te komen.
Ook het actueel houden van de werkingssfeer voor de verplichtstelling van bedrijfstakpensioenfondsen is van belang voor het tegengaan van witte vlekken binnen sectoren. In een nog op te stellen aanbeveling aan cao-partijen zal de StvdA ook een oproep doen tot een actualisering van de werkingssferen.
Beantwoording Kamervragen werkenden zonder pensioenopbouw