Er zitten voldoende waarborgen in de NOW-regeling om in schrijnende gevallen werkgevers tegemoet te kunnen komen. Extra aanpassingen zijn daarom niet nodig, aldus minister Adriaansens.
Grofmazig en generiek
Zoals vanaf het begin altijd is aangekondigd, geldt dat de NOW een grofmazige, generieke regeling is die snel is opgebouwd met als doel om werkgevers heel snel te kunnen ondersteunen. Het doorvoeren van aanpassingen is altijd moeilijk, gelet op de omvang van de regeling en het veelvuldig verlengen van de NOW. Om de regeling zo goed mogelijk uit te voeren is het in de basis noodzakelijk dat zowel de regeling als de uitvoering daarvan zo eenvoudig mogelijk blijft.
Pijnpunten oplossen
Omdat het kabinet zich tegelijkertijd bewust is van de moeilijke positie waar werkgevers zich al twee jaar in bevinden, en zoveel mogelijk getroffen werkgevers wil ondersteunen, is er gedurende de loop van de NOW altijd kritisch gekeken naar pijnpunten binnen de verschillende NOW-regelingen die wellicht op te lossen zijn en zijn er, waar mogelijk, aanpassingen doorgevoerd.
Geen extra aanpassingen
Door deze aanpassingen en door de mogelijkheid om via de toets aan art. 3.4 lid 2 van de Awb desgewenst te handelen in de geest van de regeling, is de minister dan ook van oordeel dat er voldoende waarborgen in de regeling zitten om in schrijnende gevallen werkgevers desgewenst tegemoet te kunnen komen en er op dit vlak geen extra aanpassingen nodig zijn.
Uiteraard moet ook hierbij in gedachten worden gehouden dat de NOW een grofmazige regeling is die niet voor iedere werkgever op maat kan worden gemaakt en dat in bepaalde situaties desondanks ‘nee’ moet worden verkocht.
Evenredigheidsbeginsel
Het evenredigheidsbeginsel maakt maatwerk mogelijk in bijzondere situaties, waardoor meer ondernemers aanspraak kunnen maken op de NOW en/of minder te maken kunnen krijgen met hoge terugvorderingen.
Alle bezwaren die binnenkomen bij UWV, worden zorgvuldig behandeld. Bij veelvoorkomende gelijke gevallen waarbij de NOW alsnog wordt toegekend, wordt dit ook altijd teruggekoppeld naar het ministerie van SZW. Er wordt dan gekeken of een beleidswijzing binnen de regeling gewenst is.
Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld de mogelijkheid om af te wijken van de KvK-inschrijvingsdatum als startdatum.
Aanpassing referentieloonsom na peildatum
Een voorbeeld dat niet in de regeling opgenomen kan worden vanwege complexiteit in de uitvoering, maar waar na bezwaar in sommige gevallen wel NOW is toegekend, betreft aanpassing van de referentieloonsom na de peildatum.
Als volgens UWV sprake is van een schrijnende situatie kan worden besloten om een andere hoogte van de referentieloonsom te gebruiken. Hier is bijvoorbeeld sprake van geweest nadat een werkgever met terugwerkende kracht zijn loonaangifte heeft gewijzigd, omdat gebleken is dat een werknemer niet onder de verzekeringsplicht valt en er daardoor geen recht op NOW bestaat voor deze werknemer. Ondanks dat de regeling voorschrijft dat er geen rekening wordt gehouden met correcties na de peildata, is dat in dit voorbeeld toch gebeurd. Hierdoor was er geen sprake meer van een gedaalde loonsom in de subsidieperiode ten opzichte van de referentieloonsom.
Startende ondernemingen
Een van de grootste pijnpunten binnen de NOW, betrof het feit dat startende ondernemingen niet goed tegemoet gekomen konden worden. Als een ondernemer was gestart na 1 februari 2020 kon hij of zij geen aanspraak meer maken op de NOW, door het ontbreken van een referentieomzetperiode van voor de start van de crisis.
Aangepaste referentieomzetperiode
Aangezien in de zomerperiode van 2021 echter veel van de contactbeperkende maatregelen waren losgelaten, werd het mogelijk om een aangepaste referentieomzetperiode te hanteren voor startende ondernemers vanaf 1 februari 2020 tot en met 30 september 2021. Hierdoor kon deze groep vanaf de NOW-5 ook aanspraak maken NOW-subsidie. Voor de NOW-6 is de uiterste startdatum overigens nog één dag verschoven, naar 1 oktober 2021.
Voorbeeld: verbouwingen
Ondernemers die in 2019 hebben verbouwd en daardoor een minder dan reguliere (vertekende) omzet hadden in de referentieperiode, zullen als gevolg hiervan mogelijk een lagere NOW-subsidie hebben gekregen.
Deze groep ondernemers is in twee groepen te verdelen:
- startende ondernemers die, voordat ze echt van start konden gaan, nog een verbouwing hadden; en
- lopende ondernemers die in 2019 een tijd dicht zijn gegaan voor een verbouwing.
1 Andere startdatum
Voor de eerste groep is vanaf de NOW-5 de mogelijkheid gecreëerd om een andere startdatum te gebruiken, als met objectief verifieerbare gegevens aangetoond kan worden dat de KvK-inschrijvingsdatum afwijkt van het moment dat er voor het eerst omzet is gedraaid. Hierdoor kan de referentieomzetperiode ook aangepast worden, waardoor de referentieomzet gunstiger uitvalt voor deze ondernemers.
Voor verbouwende startende ondernemers tussen 1 januari 2019 en 1 februari 2020 is dit ook vóór de NOW-5 soms al toegepast, op basis van art. 3.4 lid 2 van de Awb (evenredigheidsbeginsel).
Zonder bezwaar
Dit is overigens toegepast, zonder dat sprake was van een bezwaar. In sommige gevallen controleert UvB bij de aanvraag tot vaststelling de gegevens van de werkgever voordat de NOW-subsidie wordt vastgesteld. Op het moment dat UvB bovenstaande casuïstiek tegenkwam, is er afgeweken van de KvK-inschrijvingsdatum. Het gaat dan wel nadrukkelijk om de gevallen waarbij er de eerste maanden helemaal geen omzet is gedraaid.
2 Bezwaar indienen
Voor de groep ondernemers die al voor 2019 bestond, geldt dat zij bezwaar in kunnen dienen, als zij van mening zijn dat zij door de verbouwing onevenredig hard worden geraakt. Als blijkt dat een werkgever, gelet op de beoogde doelen volgens UWV onevenredig hard wordt geraakt, kan dat tot aanpassing van het besluit leiden.
Een voorbeeld waarin dit het geval is geweest betreft een ondernemer die een deel van 2019 dicht is geweest doordat brand was uitgebroken en het pand weer opgebouwd moest worden. De omzet van 2019 was daardoor niet te vergelijken met een normaal jaar van de ondernemer. Aangezien het hier om een calamiteit gaat die niet onder het reguliere bedrijfsrisico ligt, heeft UWV 2018 als referentiejaar gehanteerd in plaats van 2019.
Niet op andere, algemene wijze
Door bovenstaande oplossingen, die dus per casus kunnen verschillen, ziet het kabinet geen reden en mogelijkheid om ondernemers die met een verbouwing te maken hebben gehad binnen de NOW op een andere, algemene wijze tegemoet te komen.
Zwangerschap en ziekte
Als laatste wordt aandacht gevraagd voor zwangere en zieke ondernemers. Het doel van de NOW is het behoud van werkgelegenheid, waarbij de NOW zorgt voor ondersteuning in de loonkosten van werknemers.
Als een ondernemer met zwangerschapsverlof of ziek is geweest, zal er alsnog omzet kunnen worden gemaakt als er werknemers in dienst zijn en kan in het geval van een omzetverlies alsnog aanspraak gemaakt worden op de NOW. De problematiek is daarom vooral relevant voor zelfstandige ondernemers zonder personeel en daarmee beperkt voor de NOW.
Kamerbrief over schrijnende gevallen binnen coronasteunregelingen