Het kabinet neemt diverse maatregelen met gevolgen voor de koopkracht, waaronder een
structurele lastenverlichting van 3 miljard euro.
De koopkrachtontwikkeling hangt niet alleen af van de beleidsmatige lastenontwikkeling, maar ook
van de verdeling hiervan over groepen en andere factoren zoals de loonontwikkeling en inflatie.
Lastenverlichting
In de Startnota is een voorlopige invulling van de lastenverlichting middeninkomens van 3 miljard
euro structureel opgenomen.
Het belangrijkste onderdeel van deze invulling is de verhoging en snellere afbouw van de arbeidskorting. Daarnaast wordt de ouderenkorting verhoogd, de jonggehandicaptenkorting gehalveerd, de eerste schijf ingekort en het tarief eerste schijf verhoogd. Dit pakket bevat ook de snellere afbouw van de dubbele algemene heffingskorting (AHK) in de bijstand. Tot slot wordt als onderdeel van de verhoging van het wettelijk minimumloon de zorgtoeslag steiler afgebouwd.
Middeninkomens
Bij middeninkomens gaat het om inkomens die tussen de lage en hoge inkomensgroepen inzitten.
Hierbij ligt in het coalitieakkoord geen exacte afbakening aan ten grondslag. Het is daardoor ook
niet precies te zeggen welke inkomens (bruto/netto, individueel en per huishouden) hieronder
vallen.
Geen effect op sociale lasten
Het coalitieakkoord heeft per saldo geen effect op de sociale lasten. Voor werkgevers stijgen
weliswaar de IAB-premies (inkomensafhankelijke bijdrage Zvw) als gevolg van hogere zorguitgaven in de periode 2021-2025, deze worden echter weer gecompenseerd door lagere aof-premies.
Het aandeel van de sociale lasten in de totale loonkosten hangt niet alleen af van de premietarieven die de overheid vaststelt maar ook van pensioenpremies en de loonstijging. Die laatste twee ontwikkelingen worden door het CPB geraamd en is nog niet beschikbaar op het moment van beantwoording van de vraag.
Toeslagen
Het kabinet heeft de ambitie om de toeslagen af te schaffen, zodat mensen niet meer verdwalen in
de ingewikkelde regelingen of te maken krijgen met hoge terugvorderingen. Een volledige
afschaffing zal niet binnen deze kabinetsperiode plaatsvinden. Wel worden deze kabinetsperiode
stappen gezet passend bij deze ambitie.
Kinderopvangtoeslag
In het coalitieakkoord heeft het kabinet afgesproken om de komende jaren een fundamentele herziening van de kinderopvangtoeslag door te voeren. De vergoeding van de kinderopvang wordt verhoogd tot 95 procent voor werkende ouders voor kinderen tot 12 jaar. De toeslag wordt straks direct uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen zodat er minder sprake is van terugvorderingen. Op basis van de praktijkervaringen en gedragseffecten beziet het kabinet de ambitie om het vergoedingspercentage op te hogen naar 100 procent.
Huurtoeslag
Daarnaast wordt de huurtoeslag hervormd en vereenvoudigd door de maximale huurgrens af te schaffen en over te stappen naar een systeem van genormeerde huren, waarbij de hoogte van de toeslag niet meer afhankelijk is van de daadwerkelijke huur. Het kabinet zal bij deze hervormingen oog hebben voor de
inkomenspositie van de betrokken burgers.
Wet excessief lenen
De versoepeling van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap betreft een verhoging van het
maximumbedrag van € 500.000 naar € 700.000. Indien een aanmerkelijkbelanghouder een schuld
heeft bij zijn eigen vennootschap van meer dan € 700.000 wordt het meerdere belast als inkomen
uit aanmerkelijk belang in de inkomstenbelasting (box 2).
Door de hogere drempel van € 700.000 in plaats van € 500.000 zal een kleiner deel van de aanmerkelijkbelanghuishoudens geraakt worden door de maatregel (2,2% ten opzichte van 3%) en een kleiner deel van de schulden van aanmerkelijkbelanghouders aan de eigen vennootschap (€ 9,9 miljard ten opzichte van € 11,8 miljard).
De maatregel heeft naar verwachting een preventieve werking. Verwacht wordt dat aanmerkelijkbelanghouders hun schulden tot onder het maximumbedrag zullen brengen en houden.
Beter belastingstelsel
Het rapport Bouwstenen voor een beter belastingstelsel bevat uitgebreide analyses van de
verschillende brede vraagstukken omtrent het Nederlandse belastingstelsel. De inzichten uit deze
analyses zijn waardevol geweest voor de gedachtenvorming van het kabinet. Het kabinet acht het
ook van groot belang om bij de parlementaire behandeling van de wetsvoorstellen verantwoording af te leggen over de voorgestelde beleidskeuzes en eventuele alternatieven.
Fiscale rechtshulp
In het coalitieakkoord is afgesproken dat er een laagdrempelige onafhankelijke fiscale rechtshulp
komt, naar voorbeeld van de Amerikaanse ‘Taxpayers Advocate Service’. Om meer te kunnen
zeggen over de precieze vormgeving van deze onafhankelijke rechtshulp is nadere uitwerking
nodig. Zo moet onder meer worden gekeken naar waar in het huidige bestel al mogelijkheden voor rechtshulp bestaan en hoe de nieuw vorm te geven onafhankelijke rechtshulp zich daartoe zal verhouden. Voor deze fiscale rechtshulp en directe bijstand aan burgers wordt structureel € 14 miljoen gereserveerd.
Inkomensafhankelijke Combinatiekorting
De Inkomensafhankelijke Combinatiekorting (IACK) wordt voor nieuwe gevallen afgeschaft na
2024. Dit wordt gedaan door vanaf 2025 een leeftijdsondergrens op basis van geboortejaar te
hanteren. Kinderen die in 2025 geboren worden, tellen in 2025 niet meer mee voor de IACK. In
2026 tellen ook kinderen geboren in 2026 niet meer mee, enzovoort. De IACK wordt op deze wijze
in 13 jaar tijd met ingang van 2037 afgeschaft.
In 2021 hebben ongeveer 950.000 huishoudens recht op de IACK. Hoeveel huishoudens daadwerkelijk gebruik maken van de IACK is afhankelijk van andere factoren. Zo moeten rechthebbende huishoudens deze korting aangeven in de belastingaangifte.
Middelingsregeling voor werkenden
Het afschaffen van de middelingsregeling houdt in dat 2022-2024 het laatste tijdvak is waarover
gemiddeld kan worden. Dit heeft effect voor werkenden die gedurende de drie middelingsjaren een
(sterk) fluctuerend box1-inkomen hebben, dat in een deel van die jaren in de hoogste schijf valt
(meer dan € 69.398, grens 2022). Deze belastingplichtigen hebben straks niet meer de
mogelijkheid om box 1-inkomens over drie jaren te middelen en daardoor een belastingteruggave
wegens middeling te ontvangen.
Tabaksaccijns
De tabaksaccijns wordt verhoogd zodat een pakje sigaretten van 20 stuks ongeveer € 10 gaat
kosten in 2024. Dit gebeurt in twee gelijke, opvolgende stappen, zoals voorgesteld in het Nationaal
Preventieakkoord.
Suikerbelasting
Het kabinet beziet de mogelijkheden voor het op termijn verlagen van de btw op groente en fruit
naar 0 procent en het invoeren van een suikerbelasting. De mogelijkheden voor deze maatregelen
worden in samenhang onderzocht. Het is daardoor te vroeg om nu al te kunnen aangeven wat de
mogelijkheden zijn, op welke termijn dat zou kunnen en wat het eventuele per saldo budgettaire
effect is.
Vliegbelasting
De aanpassing van de vliegbelasting moet nog nader worden uitgewerkt en onderzocht. Het is daarom niet mogelijk om nu al aan te geven hoeveel de verhoging per ticket is.
Antwoorden op Kamervragen over coalitieakkoord (Financiën)
Coalitieakkoord 2021-2025 – minimumloon stijgt en minimumuurloon
Kabinet Rutte IV – ministers en staatssecretarissen Financiën en SZW