De werkgever heeft een inlichtingenplicht voorafgaand aan het sluiten van een leaseovereenkomst en een zorgplicht bij de afwikkeling, aldus de kantonrechter.
Wat is de situatie?
De werknemer is op 15 augustus 2015 bij een accountantskantoor in dienst getreden als assistent-accountant. Het laatstverdiende salaris bedroeg € 3.256 bruto per maand met emolumenten. Tijdens het dienstverband heeft de werknemer het diploma AA-accountant behaald.
Bij brief van 30 oktober 2019 heeft de werknemer de arbeidsovereenkomst opgezegd. De arbeidsovereenkomst is geëindigd per 31 december 2019.
Eind 2016 heeft de werknemer aan de werkgever vragen gesteld over de mogelijkheid om de beschikking te krijgen over een leaseauto.
Autoregeling
Met betrekking tot ter beschikking stellen van leaseauto’s kent de werkgever een Autoregeling, waarin onder meer het volgende is vermeld:
“Met iedere werknemer wordt een Gebruiksovereenkomst voor de aan hem beschikbaar gestelde auto afgesloten (zie bijlage), ondertekend door de werknemer en de werkgever. Deze overeenkomst geldt vanaf het moment van bestellen van de leaseauto. Deze Autoregeling vormt een onverbrekelijk geheel met de Gebruiksovereenkomst en de arbeidsovereenkomst.
(…)
Normleaseprijzen
(…) De normleaseprijs is gebaseerd op 25.000 jaarkilometers en een looptijd van 48 maanden (…).
Autokeuze
Norm: De algemene richtlijn voor de looptijd in het kilometrage van een leaseauto is maximaal 48 maanden en maximaal 140.000 km. (…)
(…)
Beëindiging
(…)
Indien de arbeidsovereenkomst op initiatief en verzoek van de werknemer wordt beëindigd, zorgt de werknemer ervoor dat de door de werkgever ter beschikking gestelde auto door zijn nieuwe werkgever, zijn eigen onderneming dan wel hem zelf in privé wordt overgenomen. (…) Indien overname onmogelijk is, wordt de auto ingenomen en komt 100% van de kosten die hiermee verband houden voor rekening van de werknemer”.
Gebruiksovereenkomst
Een Gebruiksovereenkomst vermeldt de namen van de werkgever en de werknemer en verder onder meer:
“De werknemer is per 20 oktober 2017 door de werkgever voor de uitoefening van zijn functie de volgende leaseauto tot wederopzegging ter beschikking gesteld:
Contractnummer: type: Mitsubishi Outlander 2.0 CVT, (…)
Autoleasemaatschappij:
Gebruiksduur: 48 maanden of 165.000 kilometer
(…)
de werknemer is bekend met de op deze gebruiksovereenkomst van toepassing zijnde Autoregeling en verklaart deze gebruiksovereenkomst hebben gesloten met inbegrip van de Autoregeling.
(…)
Bij vrijwillige voortijdige uitdiensttreding, machtigt de werknemer de werkgever alle krachtens de leaseautoregeling door de werknemer aan de werkgever verschuldigde bedragen in te houden op de laatste salarisbetalingen.”
Offerte leasemaatschappij
Een offerte van 20 september 2017 van de autoleasemaatschappij aan de werkgever vermeldt met betrekking tot de auto als naam van de berijder: de werknemer, een maximumkilometrage van 165.000, een looptijd van 48 maanden en een ‘Minderdagentoeslag (Te betalen bij voortijdig beëindigen)’ van €10,26 per dag exclusief btw.
Een aan de werkgever gerichte ‘Indicatie verrekenkosten bij inname’ van de autoleasemaatschappij met als ‘Verwachte inleverdatum’ 31 december 2019 en als ‘Verwachte kilometerstand bij inlevering’ van 75654 een in verband met de vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst van 658 dagen bij een minderprijs van € 10,26 te betalen bedrag van € 6.751,08.
Kosten voortijdige beëindiging
Bij e-mailbericht van 12 december 2019 heeft de werkgever aan de werknemer opgave gedaan van de door leasemaatschappij aan de werkgever opgegeven kosten in verband met de vroegtijdige beëindiging van de leaseovereenkomst. De werknemer heeft geweigerd deze kosten te betalen.
De werkgever vordert nu veroordeling van de werknemer om het bedrag van € 6.751,08 aan de werkgever te betalen. De werknemer voert verweer tegen deze vordering.
Wat vindt de kantonrechter?
Uitgangspunt is dus dat de werknemer ermee heeft ingestemd dat de auto voor de duur van 48 maanden voor haar wordt geleaset. Die 48 maanden zijn immers in zowel de Autoregeling als de Gebruiksovereenkomst genoemd. Verder heeft zij er aldus mee ingestemd dat zij bij vrijwillige voortijdige uitdiensttreding de kosten van een eerdere beëindiging van de leaseovereenkomst aan de werkgever zal vergoeden. Ook dat staat in zowel de Autoregeling als de Gebruiksovereenkomst.
Goed werkgeverschap
De eisen van goed werkgeverschap brengen echter wel mee dat:
- de werkgever de werknemer voorafgaand aan het aangaan van de overeenkomst naar behoren moet informeren, zodat de werknemer een afgewogen keuze kan maken; en
- een werkgever bij voortijdige beëindiging van het leasecontract zal moeten waken voor de belangen van de werknemer en, minst genomen, een deugdelijke specificatie zal moeten opvragen en moeten beoordelen of de in rekening gebrachte afkoopsom is berekend conform het leasecontract.
Niet tijdig geïnformeerd
Volgens de werknemer is zij niet tijdig geïnformeerd over de kosten die verbonden kunnen zijn aan een tussentijdse beëindiging van de leaseovereenkomst. Uit de stukken, en ook uit de stellingen van de werkgever, kan worden afgeleid dat zij daar in die zin gelijk in heeft dat in de Gebruiksovereenkomst alleen de duur van de leaseovereenkomst tussen de autoleasemaatschappij en de werkgever (48 maanden) en de toegestane kilometrage zijn vermeld, maar niet dat voor elke dag dat de overeenkomst vroegtijdig eindigt een bedrag van € 10,26 zou worden gerekend.
Werkgever had wel informatie
De werkgever beschikte bij het aangaan van de leaseovereenkomst wél over die informatie, zoals blijkt uit de door haar overgelegde offerte van de leasemaatschappij van 20 september 2017. De “Indicatie verrekenkosten bij inname” van de leasemaatschappij vermeldt dit bedrag ook.
Informatieplicht
De werkgever stelt weliswaar dat zij de werknemer vanzelfsprekend niet bij het aangaan van de overeenkomst al op de mogelijke kosten bij voortijdige uitdiensttreding kon wijzen, omdat de hoogte van de kosten afhankelijk is van het moment van inleveren van de auto, maar zij had de werknemer natuurlijk wel op dat bedrag van € 10,26 voor iedere ‘minderdag’ moeten wijzen.
De werknemer had dan zowel vooraf (bij de keuze om wel of niet voor minimaal 48 maanden een leaseauto ter beschikking te krijgen) als achteraf (bij de keuze of, en zo ja per wanneer, zij uit dienst zou treden) daar rekening mee kunnen houden. Dat zij gediplomeerd AA-accountant was doet aan die informatieverplichting niet af.
Duidelijk bij werknemer
Anderzijds neemt de kantonrechter in aanmerking dat uit de stukken blijkt dat de werkgever de werknemer volledig vrijliet in de keuze om wel of niet om een leaseauto te vragen, en dat het de werknemer wel duidelijk moet zijn geweest dat er bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst binnen de looptijd van de 48 maanden er in ieder geval enige kosten voor de werkgever aan verbonden zouden zijn, en dat die wat de werkgever betreft voor haar rekening zouden komen.
Niet volledige kosten doorberekenen
Indien komt vast te staan dat de werkgever (volledig) voldaan heeft aan haar zorgplicht bij de afwikkeling van het leasecontract met de leasemaatschappij, is de kantonrechter van oordeel dat de eisen van goed werkgeverschap meebrengen dat de werkgever niet de volledige kosten (in dit geval neerkomend op meer dan 2 brutomaandsalarissen) aan de werknemer doorberekent, maar (slechts) 50 procent daarvan. In dat geval wordt toegewezen € 6.751,08 : 2 = € 3.375,54.
Op weg van werknemer
De werknemer heeft ook nog aangevoerd dat zij pas 43 dagen na haar opzegging bekend raakte met de hoogte van de kosten, en dat zij daarom niet de gelegenheid heeft gehad met haar nieuwe werkgever te bespreken of die het leasecontract zou willen overnemen. Dit betoog gaat niet op. Zij had er rekening mee moeten houden dat zij in ieder geval enig bedrag verschuldigd zou zijn. Het had daarom op haar weg gelegen daarover tijdig met een nieuwe werkgever te overleggen.
Boetevrij contract
Tot slot stelt zij nog dat uit inlichtingen van de leasemaatschappij is gebleken dat de werkgever ook de mogelijkheid had gehad een boetevrij contract af te sluiten, maar ook dat argument gaat niet op. Een boetevrij contract zal hogere maandbedragen vermelden dan een niet boetevrij contract.
Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 4 mei 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:1978