De gedeeltelijke lockdown van begin november en de daaruit voortkomende onzekerheid staan ook de komende weken een echte inhaalslag in de weg. Daarnaast is er een groot verschil tussen de vakbondswensen (met meestal een looneis van 5 procent) en de werkgeversinzet. Dit maakt de besprekingen moeizamer.
Dat stelt AWVN, arbeidsvoorwaardenadviseur van Nederlandse werkgevers, in haar cao-maandbericht.
Op dit moment hebben 225 cao’s hun einddatum bereikt zonder dat een nieuwe cao is afgesloten. AWVN voorzag eerder dat dit najaar het aantal nieuwe cao’s sterk zou stijgen.
Hoewel de 19 oktober-akkoorden het hoogste maandelijkse aantal vormen sinds het uitbreken van de coronacrisis, is dit ook laag in vergelijking met andere jaren. Sinds 2008 is het aantal in oktober afgesloten akkoorden niet zo laag geweest.
1,7 procent
De gemiddelde loonafspraak bedroeg in oktober 1,7 procent. Dat is veel lager dan vóór de coronacrisis (toen boven de 3 procent) en ook lager dan de afgelopen maanden.
AWVN verwacht dat in november en december opnieuw lagere gemiddelden zullen worden afgesproken.
Tot dusver werden dit jaar 128 cao’s gesloten, waarvan de meeste vóórdat de crisis uitbrak. In een normaal jaar worden tot en met oktober ruim 260 cao’s afgesloten.
Kerncijfers
- Loonafspraken oktober gemiddeld 1,7 procent
- Loonafspraken 2019 gemiddeld 2,8 procent
- Loonafspraken 2020 gemiddeld 2,6 procent
- Hoogste maandgemiddelde afgelopen jaren: 3,1 procent in december 2019
- Aantal nieuwe cao-akkoorden in oktober 2020: 19
- Gemiddeld aantal nieuwe cao-akkoorden in maand oktober: 30
- Aantal aflopende cao’s in 2020: 399 voor 2,4 miljoen werknemers
- Aantal vernieuwde cao’s die in 2020 ingaan: 170 voor 1,3 miljoen werknemers
- Aantal openstaande cao’s: 225 voor 1,1 miljoen werknemers
Analyse
Hoewel op grond van het kleine aantal nieuwe cao’s geen harde conclusies mogen worden getrokken, lijkt de trend in de loonafspraken duidelijk neerwaarts.
De gemiddelde loonafspraak ging van 3 procent in januari en februari naar net boven de twee in de afgelopen maanden, maar zakte in oktober voor het eerst onder die twee procent.
Achter die dalende trend gaan flinke sectorale verschillen schuil. Vooral in het onderwijs en de zorg komen nog loonafspraken tot stand op pre-coronaniveau (hoger dan 3 procent). Dat komt door maatschappelijke druk, aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt en een andere dynamiek (door overheidsbegrotingen gedreven).