
Als een werknemer een uitkering van UWV ontvangt via de werkgever en ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van dezelfde werkgever is sprake van een werkgeversbetaling.
Werkgeversbetaling
Een werkgever en werknemer kunnen afspreken dat de werknemer de uitkering van UWV via de werkgever ontvangt. De werknemer moet UWV daarvoor machtigen.
UWV kan die uitkering aan de werkgever betalen in de vorm van een werkgeversbetaling of instantiebetaling.
De instantiebetaling gebruik je voor de situatie waarin de werknemer geen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking meer van de werkgever krijgt, maar de werkgever hem nog wel een aanvulling op zijn uitkering betaalt.
Deze handreiking van Forum Salaris gaat over de werkgeversbetaling. De werkgeversbetaling geldt voor de situatie dat de werkgever de uitkering doorbetaalt en de werknemer nog loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van dezelfde werkgever krijgt.
Bij een werkgeversbetaling betaalt UWV aan de werkgever, behalve de uitkering, ook de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw over de uitkering.
Witte tabel
Voor de berekening van de loonheffingen tel je de uitkering van UWV, het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en een eventuele aanvulling op de uitkering bij elkaar op. Dit zijn de samenvoegingsregels. Op het totaal pas je de witte tabel toe. Ook bereken je over het totaal de premies werknemersverzekeringen.
WW-premie
Voor een werkgeversbetaling geldt altijd de lage WW-premie.
Voor een eventuele aanvulling op de uitkering gebruik je dezelfde WW-premie als voor het reguliere loon.
Inkomstenverhouding
In 2020 en 2021 kun je kiezen hoe je een werkgeversbetaling in de aangifte verwerkt:
- in een aparte inkomstenverhouding
- in dezelfde inkomstenverhouding als het loon
1 In aparte inkomstenverhouding
Geef je de werkgeversbetaling aan in een aparte inkomstenverhouding dan geldt het volgende:
Je gebruikt de Code soort inkomstenverhouding die bij de werkgeversbetaling hoort:
Soort uitkering | Code soort inkomensverhouding |
Ziektewet en WAZO | 31 |
WAO | 32 |
NWW | 33 of 35 |
IVA | 39 |
WGA | 40 |
De rubrieken contractloon, contracturen en contractindicaties vul je bij deze rubrieken inkomstenverhouding niet in.
Je geeft de lage WW-premie aan.
De hoogte van de verloonde uren die je invult in de aparte inkomstenverhouding, hangt af van de soort uitkering die de werkgever doorbetaalt:
Soort uitkering | Verloonde uren |
Ziektewet en WAZO | Gebruikelijke uren verminderd met uren van de reguliere inkomstenverhouding |
WAO | Nul |
NWW | Nul |
IVA | Nul |
WGA | Nul |
2 In zelfde inkomstenverhouding als loon
Geef je de werkgeversbetaling aan in dezelfde inkomstenverhouding als het loon dan geldt het volgende:
- Je gebruikt de Code soort inkomstenverhouding die geldt voor het reguliere loon.
- Je vermeldt het contractloon, de contracturen en de contractindicaties die gelden voor het reguliere loon.
WW-premie
Gebruik je voor het reguliere loon de hoge WW-premie en geef je de werkgeversbetaling aan in dezelfde inkomstenverhouding als het reguliere loon, dan vul je de WW-premie als volgt in:
- Je vermeldt de hoge en lage grondslagaanwas gezamenlijk in de rubriek Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog.
- Je vermeldt de hoge en lage WW-premie gezamenlijk in de rubriek Premie AWf hoog.
Let op bij (jeugd-)LIV en LKV’s
Een uitkering uit de werknemersverzekeringen telt niet mee als jaarloon voor de bepaling van het (jeugd-)LIV en sommige loonkostenvoordelen. Als je de werkgeversbetaling en het reguliere loon opgeeft in één inkomstenverhouding, kan UWV de werkgeversbetaling toch bij het jaarloon tellen. Hierdoor wordt het jaarloon hoger en stelt UWV het (jeugd-)LIV of het loonkostenvoordeel misschien verkeerd vast.
Verloonde uren
Soort uitkering | Verloonde uren |
Ziektewet en WAZO | Gebruikelijke uren |
WAO | Uren van het reguliere loon |
NWW | Uren van het reguliere loon |
IVA | Uren van het reguliere loon |
WGA | Uren van het reguliere loon |
Genietingsmoment
Je verwerkt de werkgeversbetaling in de aangifte over het tijdvak waarin de werkgever de uitkering doorbetaalt. Wanneer de werkgever de uitkering van UWV ontvangt, is niet van belang.
Aanvulling op uitkering
Soms betaalt de werkgever een aanvulling op de uitkering uit werknemersverzekeringen. Deze aanvulling vermeld je in de inkomstenverhouding die je gebruikt voor het reguliere loon.
Je geeft het bedrag van de aanvulling aan in de rubriek ‘Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekering’.
Voorbeeld
Een werknemer heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Het maandloon is €1.000. Daarnaast ontvangt de werknemer van de werkgever een WIA-uitkering van €500 (werkgeversbetaling). Ook ontvangt de werknemer een aanvulling van €100.
Voor het reguliere loon en de aanvulling geldt de hoge WW-premie. Voor de werkgeversbetaling geldt de lage WW-premie.
-
Je telt de aanwas van de grondslag voor de hoge en lage premie bij elkaar op. Deze aanwas is het bedrag waarover de premies moeten worden berekend. Het totaal geeft u aan in de rubriek ‘Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog’.
-
Je telt de lage en hoge WW-premie bij elkaar op. Het totaal geeft u aan in de rubriek ‘Premie AWf hoog’.
Uitwerking
Je gebruikt 2 inkomstenverhoudingen:
Je gebruikt 1 inkomstenverhouding:
