Deze loonzettingsmacht heet marktmacht. Dat werkgevers marktmacht op de arbeidsmarkt hebben, blijkt onder meer uit de internationale wetenschappelijke literatuur. Het CPB heeft uitgezocht hoe dat in Nederland zit.
Marktmacht
Marktmacht betekent dat werkgevers invloed uit kunnen oefenen op het loon van werknemers. In een markt met veel werkgevers die sterk met elkaar concurreren en zonder (zoek)fricties, kunnen werkgevers geen invloed uitoefenen op het salaris. Als zij het loon lager zouden zetten dan het gangbare marktloon, zou niemand bij hen willen werken. Dit wordt ook wel perfecte concurrentie genoemd.
In een arbeidsmarkt waar sprake is van marktmacht, bijvoorbeeld doordat een werknemer weinig
alternatieve werkgevers in de buurt heeft, kunnen werkgevers echter wel (deels) bepalen wat de hoogte is van het loon. Het salaris kan daardoor lager liggen dan de marginale productiviteit van werknemers.
Vier bronnen
Marktmacht van werkgevers komt voort uit vier bronnen die ervoor zorgen dat werknemers niet zomaar wisselen van werkgever:
- concentratie van werkgevers
- fricties op de arbeidsmarkt
- verschillen in voorkeuren van werknemers; en
- instituties.
De eerste is concentratie van werkgevers in een markt, met als meest extreme vorm één werkgever in één markt.
Naast concentratie, wat niet in alle markten een rol speelt, zorgen fricties op de arbeidsmarkt ervoor dat werknemers niet zomaar wisselen van baan. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om dat het tijd en moeite kost om een andere baan te vinden, of omdat werknemers maar beperkte informatie hebben over welke andere banen er beschikbaar zijn.
Daarnaast zorgen verschillen in voorkeuren van werknemers voor andere aspecten van een baan, zoals de locatie of de werktijden, ervoor dat banen niet altijd inwisselbaar zijn.
Ook instituties, zoals een concurrentiebeding, geven werkgevers invloed op het loon van werknemers.
Optimaal beleid
Beleid, zoals een verhoging van het minimumloon, kan anders uitpakken als werkgevers marktmacht
hebben. Als sprake is van marktmacht, kan een minimumloonverhoging bijvoorbeeld, in tegenstelling tot in het model van perfecte concurrentie, leiden tot geen, of een positief effect op de werkgelegenheid. Welk beleid optimaal is, hangt af van welke bronnen van marktmacht een belangrijke rol spelen.
Nederlandse arbeidsmarkt