Het kabinet streeft ernaar deze wetgeving op 1 januari 2022 in werking te laten treden.
De afspraken die zijn uitgewerkt zorgen voor een duurzaam houdbaar pensioenstelsel dat beter aansluit bij ontwikkelingen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Met de afspraken wordt het pensioen straks transparanter en persoonlijker.
Ook biedt het nieuwe pensioenstelsel perspectief op een koopkrachtig pensioen. Dit betekent ook dat het pensioen directer meebeweegt met de economie.
Duurzame inzetbaarheid
Naast afspraken over herziening van het tweede pijler pensioen, bevat het pensioenakkoord afspraken over een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd en duurzame inzetbaarheid die eraan moeten bijdragen dat mensen hun AOW-leeftijd gezond werkend kunnen bereiken; ook degenen die zwaar werk verrichten.
Het kabinet stelt € 1 miljard beschikbaar in de periode 2021 tot en met 2024 voor het faciliteren van sectorale maatwerkafspraken rondom duurzame inzetbaarheid, langer doorwerken en eerder uittreden.
Ook is in 2021 € 10 miljoen beschikbaar van de middelen die het kabinet structureel beschikbaar stelt als bijdrage aan beleid gericht op gezond werken tot het pensioen.
RVU, verlofsparen en bedrag ineens
In 2020 is het wetsvoorstel ‘RVU, verlofsparen en bedrag ineens’ ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel regelt een tijdelijke vrijstelling van de RVU-heffing (tot een bepaald bedrag) waardoor vervroegde uittreding mogelijk wordt gemaakt voor werknemers die niet in staat zijn werkend de AOW-leeftijd te bereiken.
Daarnaast wordt de mogelijkheid geïntroduceerd om op de pensioeningangsdatum een deel van de waarde van de aanspraken op ouderdomspensioen als bedrag ineens op te nemen.
Tot slot wordt de bestaande regeling waarbij werknemers fiscaal gefaciliteerd vakantieverlof en compensatieverlof kunnen opsparen verruimd.
De beoogde inwerkingtredingsdatum voor de versoepeling van de RVU-heffing en verlofsparen is 1 januari 2021 en voor bedrag ineens 1 januari 2022.
RVU-drempelvrijstelling en verlofsparen per 2021, bedrag ineens per 2022
Nabestaandenpensioen
In navolging van het advies van de Stichting van de Arbeid zal het nabestaandenpensioen worden gestandaardiseerd, waardoor risico’s worden verkleind.
De belangrijkste wijziging is dat het partnerpensioen bij overlijden voor pensioendatum alleen nog maar mogelijk zal zijn op risicobasis. De dekking zal fiscaal gemaximeerd worden op 50 procent van het salaris, zonder rekening te houden met een franchise en zal diensttijdonafhankelijk zijn.
Daarnaast wordt er ook een wijziging voorgesteld ter verbetering van het wezenpensioen. Het kabinet verwacht hier in 2021 verdere stappen te kunnen zetten.
Witte vlek
Om het aantal werknemers te reduceren dat geen pensioen opbouwt, heeft de Stichting van de Arbeid (STAR) een aanvalsplan ‘witte vlek’ uitgebracht. Een van de aanbevelingen is het schrappen van de uitzonderingsbepaling voor de wachttijd voor pensioenopbouw in de uitzendsector. Deze
aanbeveling is door het kabinet overgenomen, en de Pensioenwet zal in die richting worden aangepast.