Een tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (TOFA) is de enige technisch uitvoerbare regeling die op korte termijn mogelijk is. Dat geeft staatssecretaris Van Ark aan in antwoord op Kamervragen.
Studenten die hun inkomen halen uit ondernemen, bijvoorbeeld als zzp’er, worden nu uitgesloten van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) vanwege het feit dat zij vallen onder de uitsluitingsgronden van de Participatiewet, ook als zij wel aan alle andere voorwaarden voldoen.
Onvergelijkbaar
Van Ark vindt de situatie van studenten met studiefinanciering die door de coronacrisis bijverdiensten uit hun onderneming verliezen, waarbij zij daarnaast extra kunnen bijlenen, onvergelijkbaar met de situatie van ondernemers die als gevolg van de coronacrisis hun hele bestaan zien wegvallen en onder het bestaansminimum dreigen te komen.
Meer compensatie
Verder betekent de toepassing van de bijstandsnormen van € 1.052 voor alleenstaanden en € 1.503 voor gehuwden en samenwonenden, dat de inkomensaanvulling vanuit de Tozo voor studenten in veel situaties méér compenseert dan de als gevolg van de coronacrisis weggevallen inkomsten uit onderneming, namelijk ook het verschil tussen de hoogte van de studiefinanciering en de bijstandsnorm.
Geen oplossing
Het aanbieden van een aanvullende bijstandsuitkering voor levensonderhoud aan studenten bovenop hun studiefinanciering als tegemoetkoming voor het verlies van bijverdiensten als gevolg van de coronacrisis, acht Van Ark daarom geen gewenste oplossing.
TOFA
Dit laat onverlet dat de minister van Sociale Zaken de mogelijkheden heeft verkend in hoeverre studenten kunnen worden tegemoetgekomen in het kader van een extra vangnet voor flexwerkers in verband met de coronamaatregelen. De TOFA blijkt daarbij de enige technisch uitvoerbare regeling te zijn die op korte termijn in te voeren is.
Beantwoording Kamervragen over het openstellen van de Tozo-regeling voor studentondernemers