De redactie van Forum Salaris heeft opnieuw antwoord gegeven op een aantal recente WAB-vragen die bij salarisadministrateurs leven. Zes vragen en antwoorden op een rij.
1 Tijdelijke uitbreiding van uren
Wat zijn de gevolgen voor de WW-premie als een werknemer tijdelijk meer verloonde uren heeft dan overeengekomen?
De specifieke vraag was als volgt:
Voor de berekening van de herziening in verband met meer dan 30% extra verloonde uren is de vraag of en wanneer een tijdelijke (schriftelijk overeengekomen) uitbreiding van het aantal contracturen voor een langere periode – bijvoorbeeld vervanging in verband met langdurig ziekte – maar blijvend onder de norm van de 35 uur per week blijft, valt te kwalificeren als overeengekomen arbeid zoals opgenomen in artikel 2.3 Wfsv en artikel 3.4 Regeling Wfsv.
Voorbeeld 1
Werknemer werkt op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een oorspronkelijke omvang van 12 uur per week. Werknemer werkt over de periode januari tot en met augustus 12 uur per week en zal vanaf 1 september tot en met 31 december 24 uur per week gaan werken.
Op basis van de rekenvoorbeelden wordt werknemer dit kalenderjaar 33% meer verloond ten opzichte van de overeengekomen arbeid op basis van 12 uur per week (624 uur per jaar). Je zou echter ook kunnen stellen dat de overeengekomen arbeid per 1 september is aangepast naar 832 uur per jaar.
Om te beoordelen of je de lage WW-premie moet herzien, tel je de contracturen uit beide arbeidsovereenkomsten bij elkaar op. Als de verloonde uren de contracturen met meer dan 30% overstijgen in de aangiften over het kalenderjaar, moet je de lage WW-premie herzien.
Voor voorbeeld 1 bereken je de contracturen als volgt:
Het aantal contracturen voor de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd per aangiftetijdvak: 12 uur x 13/3 = 52 uur. Per jaar is dat 52 x 12 = 624 uur.
Het aantal contracturen voor de tijdelijke arbeidsovereenkomst per aangiftetijdvak: 12 uur x 13/3= 52 uur. Per jaar is dat 52 x 4 = 208 uur.
Het totaal aantal contracturen is 624 + 208 = 832. Als de verloonde uren de contracturen met meer dan 30% overstijgen, moet je de lage WW-premie herzien.
Meer informatie vind je in het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW, vraag 1.12.
2 Lage WW-premie bij overname onderneming
Een werkgever heeft een bv met personeel overgenomen. Er zijn geen nieuwe arbeidsovereenkomsten opgemaakt op naam van de nieuwe bv. Geldt dan de lage premie?
Als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet schriftelijk is vastgelegd moet je de hoge WW-premie toepassen.
Je mag de lage premie toepassen als je een addendum in de loonadministratie opneemt. Hierin vermeld je dat bij de nieuwe bv sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Werkgever en werknemer moeten het addendum ondertekenen.
Is het personeel na 31 december 2019 in dienst gekomen, dan kun je de lage premie toepassen vanaf het moment dat je het ondertekende addendum in de loonadministratie hebt opgenomen.
Als het personeel al vóór 1 januari 2020 in dienst was bij de nieuwe bv, kan je gebruik maken van de coulanceperiode. Je mag dan tot 1 april 2020 de lage WW-premie toepassen. Dit geldt ook als er nog geen schriftelijke arbeidsovereenkomst of addendum in de loonadministratie aanwezig is.
Vóór 1 april 2020 moet een schriftelijke arbeidsovereenkomst of addendum aanwezig zijn. Daaruit moet blijken dat de werknemer op 31 december 2019 al voor onbepaalde tijd in dienst was.
Als je vóór 1 april 2020 niet aan de voorwaarden voldoet, maar de dienstbetrekking blijft bestaan, moet je met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 de hoge WW-premie afdragen.
3 Hoge of lage premie bij tijdelijke urenuitbreiding
Medewerkers met een vaste aanstelling krijgen daarnaast een tijdelijke urenuitbreiding. Hoge WW- premie over de tijdelijke urenuitbreiding en lage WW-premie over de vaste aanstelling?
De tijdelijke urenuitbreiding wordt gezien als een 2e tijdelijke arbeidsovereenkomst. Voor deze uren geldt de hoge WW-premie.
Voor de vaste aanstelling geldt de lage WW-premie als dit geen oproepovereenkomst is en je de overeenkomst schriftelijk hebt vastgelegd.
Als je in het kalenderjaar in totaal meer dan 30% extra uren verloont dan schriftelijk is overeengekomen, moet je de lage WW-premie herzien. Je betaalt dan met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie voor de vaste aanstelling. Voor de berekening van de verloonde uren tellen de uren van beide dienstbetrekkingen mee. Dit geldt niet als het aantal contracturen van de vaste aanstelling 35 uur per week of meer bedraagt.
4 Hoge of lage premie bij verwerking plus- en minuren
Werknemer heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor 960 uur per jaar (jaarurennorm). Tot nu toe wordt voor werknemer maandelijks de werkelijk gewerkte uren betaald, plus vakantie-uren. Welke premie wordt toegepast als sprake is van plus- en minuren? De overschrijding is minder dan 30%.
In deze situatie moet je de hoge WW-premie toepassen, omdat je de werkelijk gewerkte uren uitbetaalt.
De lage WW-premie mag je gebruiken als je aan de volgende voorwaarden voldoet:
- schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
- vaste arbeidsomvang per jaar overeengekomen.
- loon gelijkmatig over het jaar verdeeld.
Als je in het kalenderjaar meer dan 30% meer uren uitbetaalt dan schriftelijk overeengekomen, dan moet je met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie toepassen.
5 Addendum met lager aantal contracturen
Is het toegestaan om in een addendum vast te leggen dat de contracturen in een aantal maanden lager zijn dan de uren die in de arbeidsovereenkomst staan?
Een addendum is onderdeel van de arbeidsovereenkomst en dus onderdeel van de afspraken.
Een arbeidsovereenkomst voor 18 uur per week in de maanden februari, juli en augustus – en voor 24 uur per week voor de andere maanden – is een oproepovereenkomst. De hoge WW-premie is van toepassing. De arbeidsomvang is voor de duur van de arbeidsovereenkomst niet vastgelegd als één aantal uren per tijdseenheid.
Dit lees je in de bijlage van het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW bij situatie 3.
6 Schriftelijke arbeidsovereenkomst
Moet de schriftelijke arbeidsovereenkomst door beide partijen ondertekend zijn, al dan niet met een natte handtekening, of kan bijvoorbeeld een mailwisseling of een digitaal akkoord via een werknemersportal ook volstaan? Hoe gaat de Belastingdienst daarmee om?
Je kunt op verschillende manieren voldoen aan de voorwaarden van een schriftelijke arbeidsovereenkomst:
- op papier met handtekeningen;
- digitaal met een elektronische handtekening die voldoet aan de voorwaarden van artikel 3.15a Burgerlijk Wetboek;
- door middel van een e-mail – al dan niet uit een HR-systeem – waaruit blijkt dat de werknemer per e-mail akkoord is gegaan met de overeenkomst.
Bron: Forum Salaris
WAB – Zeven nieuwe vragen en antwoorden voor salarisadministrateurs
Kom ook naar de Cursus Update WAB op 8 april 2020